Als een uitwonend kind zich in een fiscale beroepsprocedure laat bijstaan door zijn ouder, kan het in beginsel recht hebben op een proceskostenvergoeding.
Een vrouw liet zich in een beroepsprocedure tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting bijstaan door haar vader. Gedurende de procedure constateerde de gemeente dat de naheffingsaanslag ten onrechte was opgelegd. Daarom was zij bereid om de naheffingsaanslag te vernietigen. Hoewel zij de vrouw het griffierecht wilde vergoeden, meent de gemeente dat de vrouw geen recht heeft op een proceskostenvergoeding. Maar Rechtbank Zeeland-West-Brabant ziet in de familierelatie tussen de vrouw en haar gemachtigde geen reden de vrouw een proceskostenvergoeding te ontzeggen. Pas als de gemachtigde en zijn cliënt tot hetzelfde huishouden behoren, geldt als uitgangspunt dat de rechtsbijstand niet op zakelijke basis is verleend. Bovendien is de vader belastingadviseur en voert ook bezwaar- en beroepsprocedures voor zijn cliënten. Dat procederen misschien niet de hoofdmoot van zijn werkzaamheden is, doet daaraan niets af.
Wet: art. 8:75 Awb
Besluit: art. 1, onderdeel a BPB
Geef een reactie