Ook als een naheffingsaanslag nog niet onherroepelijk vaststaat, mag de ontvanger van de belastingen betekeningskosten in rekening brengen als de aanslag te laat wordt betaald.
Een btw-ondernemer kreeg diverse naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd. Op de vervaldata waren deze naheffingsaanslagen nog niet betaald. Daarom stuurde de ontvanger van de belastingen aanmaningen naar de ondernemer. Vervolgens vroeg de ondernemer om uitstel van betaling. Maar omdat hij onvoldoende zekerheid kon stellen, wees de ontvanger dat verzoek af. Uiteindelijk reikte de ontvanger dwangbevelen uit en bracht hij de ondernemer aanmaningskosten in rekening. De ondernemer tekende beroep aan tegen het in rekening brengen van de betekeningskosten. Hij wijst erop dat hij beroep heeft ingesteld tegen de naheffingsaanslagen. Ook heeft hij een verzoek tot teruggaaf wegens oninbare debiteuren ingediend. Dit verzoek is nog in behandeling. Maar als de inspecteur het toewijst, kan dat tot verrekening leiden en zijn de naheffingsaanslagen voor het overige ten onrechte opgelegd.
Incassomaatregelen mogen doorgaan
Rechtbank Zeeland-West-Brabant merkt echter op dat de ontvanger is bevoegd om een belastingplichtige te vragen om voldoende zekerheid te stellen voordat hij uitstel verleent. Dat geldt ook bij een beroepsprocedure tegen de naheffingsaanslagen. Verder maakt het voor het doorgaan van incassomaatregelen niet uit of de naheffingsaanslagen onherroepelijk vaststaan of niet. Wat betreft de behandeling van het teruggaafverzoek, deze teruggaaf staat nog niet vast. Daarmee is de verrekening dus ook onzeker. De ontvanger hoeft dan ook geen rekening te houden met een mogelijke teruggaaf. De rechtbank verklaart het beroep van de btw-ondernemer ongegrond.
Wet: art. 3, eerste lid Kw Inv. Rb
Leidraad: art. 25.1.13 Leidr. Inv.
Geef een reactie