Arvid van der Waart LLM en mr. Pieter van Tilburg behandelen in hun Tax Talks e-learning de voorgestelde nieuwe aandelenoptieregeling.
Werkgevers kunnen hun werknemers aandelenoptierechten toekennen als beloning. Onder de huidige wet- en regelgeving vindt de belastingheffing op deze werknemersopties niet plaats op het moment van toekenning, maar van uitoefening. Het verschil tussen de uitoefenprijs van de optie en de waarde van het verkregen aandeel is belast. Toch is het mogelijk dat op het moment van uitoefening van de optie de werknemer het aandeel niet kan verkopen. Hij beschikt dan niet over de liquide middelen om de belasting te betalen. Daarom wil de staatssecretaris van Financiën de regeling voor werknemersopties aanpassen.
Verschuiving heffingsmoment
Deze aanpassing bestaat uit een verschuiving van het heffingsmoment naar het moment waarop het bij de uitoefening verkregen aandeel verhandelbaar wordt. Dit is het moment waarop de opheffing van een eventuele vervreemdingsrestricties plaatsvindt. Dat betekent dat de werknemer zijn bij uitoefening verkregen aandelen kan vervreemden. Of hij dat ook echt doet, is niet van belang. Overigens gaan Van der Waart en van Tilburg in de e-learning in op enkele specifieke situaties bij niet-beursgenoteerde ondernemingen.
‘Opting out’-regeling
Van der Waart en Van Tilburg wijzen erop dat werknemers ervoor kunnen kiezen om aan te sluiten op het moment van uitoefening. Daartoe moet de werknemer op het moment van de uitoefening zijn werkgever schriftelijk inlichten over zijn keuze. De werkgever moet de schriftelijke keuze van de werknemer opnemen in de administratie. Op het moment van uitoefening dient de werkgever de loonbelasting af te dragen.
Geef een reactie