Honderden Nederlanders hebben de afgelopen jaren een brievenbusfirma met een bankrekening laten oprichten op de Seychellen of de Britse Maagdeneilanden. Ze worden geholpen door Nederlandse tussenpersonen die zich onttrekken aan het toezicht van De Nederlandsche Bank.
Dat blijkt uit de Pandora Papers. Maar hoe komen die Nederlanders zo ver van huis met hun vermogen? Intermediairs weten de weg, leggen namens hun klanten contact met de dienstverleners in de belastingparadijzen, bestellen daar voor hen bedrijven en bankrekeningen. Dat kan vaak al voor een paar duizend euro. En de tussenpersonen blijven zelf makkelijk buiten schot bij opsporingsonderzoeken.
Vaak opereren de bemiddelaars vanuit een ander land dan waar de feitelijke fraude of corruptie plaatsvond. “En dan is het meestal te veel moeite voor openbaar aanklagers om achter ze aan te gaan. Uitlevering kost al snel jaren, en al die tijd weten opsporingsdiensten niet of dat iets zal opleveren’’, aldus internationaal corruptie-expert en Cambridge-hoogleraar Jason Sharman in Trouw.
Onderzoek richt zich op de witwasser
Ton Scholing, hoofd van het anti-witwascentrum AMLC, bevestigt dat de opsporing vaak voorbijgaat aan tussenpersonen die fraude faciliteren door te bemiddelen bij het oprichten van brievenbusfirma’s in afgeschermde oorden. “Onderzoek richt zich op de witwasser of de fiscaal fraudeur, en meestal niet op de tussenpersonen. Zij komen in fraude- of witwaszaken vaak slechts fragmentarisch voor. Je ziet pas hoe belangrijk ze zijn als je meerdere zaken op één hoop gooit.”
Het ministerie van Financiën toonde zich afgelopen zomer bezorgd over het aandeel van illegale trustdienstverleners die in Nederland actief zijn, na publicatie van een kritisch rapport van bureau SEO. Minister Hoekstra sprak zijn twijfels uit over de toegevoegde waarde van een sector die een zeer hoog integriteitsrisico oplevert en grote moeite heeft om de wetgeving na te leven.
Geef een reactie