Staatssecretaris Vijlbrief ziet geen aanleiding om een unilaterale vrijstelling te verlenen (waarbij in beide landen geen belasting zou worden geheven over dat pensioen) in situaties waarin het heffingsrecht over Duitse pensioenen aan Nederland wordt toegewezen.
Dit schrijft hij in een brief aan de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer over zijn reactie op een zwartboek met bezwaren tegen het pensioenartikel in het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Volgens het zwartboek zouden inwoners van Nederland die een Duits SZ-pensioen van € 15.000 of minder per kalenderjaar ontvangen negatieve inkomensgevolgen ondervinden van het belastingverdrag met Duitsland uit 2012.
Belastingdruk gelijk aan Nederlandse pensioenen
Tijdens de goedkeuringsprocedure met betrekking tot het Verdrag is door de Kamer gevraagd naar de inkomensgevolgen voor gepensioneerden. In de rekenvoorbeelden deed zich geen inkomensachteruitgang voor. De exacte gevolgen zijn echter afhankelijk van de precieze feiten en omstandigheden van de individuele belastingplichtige, zoals de hoogte van het overige inkomen. Het is mogelijk dat inwoners van Nederland die een klein Duits pensioen ontvangen in hun specifieke situatie een hogere belastingdruk ervaren dan het geval zou zijn geweest wanneer het oude Verdrag niet was vervangen. De belastingdruk voor inwoners van Nederland die een Duits pensioen van € 15.000 of minder ontvangen is niet anders dan voor inwoners van Nederland die een gelijk bedrag aan Nederlands pensioen ontvangen (uitgaande van voor het overige gelijke omstandigheden). Vijlbrief ziet dan ook geen aanleiding om een unilaterale vrijstelling te verlenen (waarbij in beide landen geen belasting zou worden geheven over dat pensioen) in situaties waarin het heffingsrecht over Duitse pensioenen aan Nederland wordt toegewezen.
Geef een reactie