Dat voor een auto een hoger BPM-tarief geldt dan voor een referentievoertuig betekent niet dat de afschrijving op die auto hoger moet zijn.
De koper van een gebruikte Renault Megane Estate deed op 15 mei 2019 aangifte voor de BPM voor deze auto. Deze Renault was op 19 april 2018 voor het eerst op de weg toegelaten. De koper had de handelsinkoopwaarde van de auto in onbeschadigde staat aan de hand van een koerslijst van AutotelexPro vastgesteld op € 14.779. Haar taxateur trok daarvan een bedrag van € 5.309 af vanwege schade aan de auto. Maar de inspecteur was het niet eens met deze berekening. Bij een hertaxatie was de historische nieuwprijs namelijk vastgesteld op € 28.735. De handelsinkoopwaarde in onbeschadigde stond op € 13.681 op basis van een koerslijst van XRay. Verder was niet meer dan normale gebruiksschade vastgesteld. De inspecteur verminderde wel de waarde omdat sprake was van een ex-huurauto en het een Nederlandstalig boekenpakket ontbrak. De fiscus ging daarom uit van een handelsinkoopwaarde van de auto van € 12.148.
Normale gebruikssporen
De kentekenhouder betwist in een beroepsprocedure voor Rechtbank Gelderland dat slechts sprake is van normale gebruiksschade. Zij draagt bij deze stelling de bewijslast, maar wekt bij de rechtbank niet de indruk dat de schade verder gaat dan normale gebruikssporen. De rechter verwerpt dan ook deze stelling.
Geschikt referentievoertuig
Vervolgens stelt de Belastingdienst dat er geen koerslijst voor deze auto met dezelfde CO2-uitstoot als de Renault Megane Estate beschikbaar is. De CO2-uitstoot van deze auto is namelijk 100 gram/km. Er is wel een koerslijst beschikbaar van een auto met een uitstoot van 90 gram/km. Dit is volgens de fiscus de meest vergelijkbare auto. Het afschrijvingspercentage van de meest vergelijkbare referentieauto moet men toepassen op de bruto BPM van de auto, zo stelt de inspecteur. De rechtbank is het met hem eens. Het is niet aannemelijk is dat men meer moet afschrijven op de Renault, nu het verschil in waarde slechts verklaard wordt door een hogere BPM. De afschrijving van de BPM moet in overeenstemming zijn met de waardedaling van een auto. De hoogte van de BPM is dus niet van invloed op de mate van afschrijving van een auto. De rechtbank verklaart het beroep van de kentekenhouder ongegrond.
Foto: sylv1rob1 / Shutterstock.com
Geef een reactie