Rechtbank Noord-Nederland heeft beslist dat een perceel grond een negatieve waarde kan hebben voor box 3.
In de desbetreffende zaak was een man eigenaar van een perceel braakliggende, vervuilde grond. Dit perceel behoorde tot zijn ondernemingsvermogen. In 2011 staakte de man zijn onderneming, waarop het vervuilde perceel naar zijn privévermogen overging. De man had geen waarde toegekend aan het perceel. In 2013 kreeg hij een offerte voor het saneren van het perceel van een sloopbedrijf. Het sloopbedrijf vroeg een vergoeding van € 6,3 miljoen voor het saneren. In gesaneerde staat heeft het perceel een waarde van € 210.000. De man meende echter dat hij de saneringskosten mocht aftrekken van de waarde van het perceel. Het perceel zou daardoor een negatieve waarde krijgen. Maar de Belastingdienst gaat daar niet mee akkoord. Het geschil belandde vervolgens voor de rechtbank.
Vervuiling drukt waarde
De rechtbank merkt op dat de Wet inkomstenbelasting 2001 geen antwoord geeft op de vraag of een bezitting in box 3 een negatieve waarde kan hebben. Wel heeft Advocaat-generaal (A-G) Wattel in een conclusie (ECLI:NL:PHR:2017:1134) gesteld dat de wetssystematiek een negatieve waarde niet uitsluit. De rechtbank volgt het standpunt van de A-G. Daarbij wijst de rechtbank erop dat bij verkoop van het perceel in de huidige staat de man een bedrag aan de koper zou moeten betalen. Verder vindt de rechtbank het aannemelijk dat de negatieve invloed van de bodemvervuiling op de waarde in het economisch verkeer van het perceel minimaal € 625.000 is. Een potentiële koper zal immers rekening moeten houden met het feit dat de grond vervuild is. In de toekomst kan de overheid hem bovendien misschien verplichten om de grond te saneren. Daarnaast is de grond in huidige staat voor zeer beperkte doeleinden geschikt.
Geef een reactie