In 2020 hebben gemeenten aan 501.000 personen een Tozo-uitkering voor levensonderhoud verstrekt als ondersteuning tijdens de coronacrisis. Dit blijkt uit definitieve cijfers van het CBS.
Een Tozo-uitkering wordt verstrekt aan huishoudens. Dit betekent dat partners in een huishouden worden meegeteld als ontvanger van een Tozo-uitkering. Naast uitkeringen voor levensonderhoud, konden zelfstandig ondernemers binnen de Tozo-regeling ook aanspraak maken op een lening voor bedrijfskapitaal. Hiervan hebben 42.000 zelfstandigen gebruikgemaakt in 2020, van wie 35.000 ook een Tozo-uitkering voor levensonderhoud kregen.
Dienstverlening en cultuur
De 501.000 ontvangers van een Tozo-uitkering hadden samen circa 330.000 bedrijven. Ruim 16% van die ondernemingen wordt gerekend tot de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten. Onder deze noemer vallen onder meer architecten- en ingenieursbureaus, advocatenkantoren, accountants en belastingconsulenten.
In de bedrijfstakken overige dienstverlening (o.a. kapperszaken en schoonheidssalons, reparatiebedrijven van consumentenartikelen) en cultuur, sport en recreatie is relatief veel gebruikgemaakt van de Tozo-regeling.Bijna de helft van de Tozo-ontvangerswas tussen de 45 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd (66 jaar en 4 maanden). Jongeren deden het minst een beroep op de ondersteuningsregeling. Ongeveer evenveel mannen als vrouwen kregen een Tozo-uitkering: 53,0 en 47,0 procent.
In Amsterdam veel inwoners met Tozo-uitkering
Van degenen die een Tozo-uitkering voor levensonderhoud kregen, woonde 23% in een van de vier grote steden, van wie de helft in Amsterdam. De hoofdstad staat ook hoog op de lijst van gemeenten met de hoogste Tozo-uitkeringspercentages. Alleen in de kleine gemeenten Vlieland, Terschelling en Ameland waren die percentages hoger.
Bron: CBS, 11 november 2021
Geef een reactie