Als een particulier met een ondernemer een overeenkomst tot het aangaan van een cv sluit, zonder dat zij de overeenkomst ooit uitvoeren is sprake van een schijnhandeling.
Een werknemer had in 2002 een café overgenomen van zijn voormalige werkgever. Later kwam de man die het café had overgenomen in financiële moeilijkheden. Daarom sloot hij een kredietovereenkomst met een stamgast van het café. De stamgast leende de caféhouder € 100.000. Een paar jaar later leende een andere stamgast de caféhouder een bedrag van € 150.000 waarbij de eerste stamgast borg stond voor de caféhouder. Op 30 augustus 2010 verhoogde deze eerste stamgast het verstrekte krediet tot € 250.000. Daarnaast stelde hij samen met de caféhouder een intentieverklaring op. Hierin maakten zij melding van hun voornemen om samen een cv aan te gaan. Daarbij zou de caféhouder de beherend vennoot zijn en de stamgast de commanditaire vennoot. De beslissing tot het aangaan van de vof lag bij de stamgast. Op 29 augustus 2011 stelden de stamgast en de caféhouder een contract cv op.
Pas na faillissement medegerechtigdheid geclaimd
Op 6 maart 2012 ging het café failliet. Later vond een omzetting van het faillissement in een schuldsanering natuurlijke personen plaats. De stamgast gaf in zijn aangifte inkomstenbelasting 2015 een verlies uit onderneming aan. De inspecteur stelt echter dat de ondertekening van het contract cv een schijnhandeling was. Daardoor is de stamgast fiscaal gezien geen medegerechtigde en kan hij geen ondernemingsverlies aftrekken. Rechtbank Noord-Holland is het eens met de fiscus. In de correspondentie tussen de stamgast en de curator heeft de stamgast zich in 2016 nog gepresenteerd als concurrente schuldeiser. Uit niets blijkt dat de partijen uitvoering hebben gegeven aan het contract cv. Pas na het faillissement maakte de stamgast melding van de cv. In zijn aangiftes over de jaren 2010 – 2015 had hij steeds aangegeven geen winst als medegerechtigde te hebben genoten. Bovendien was de cv niet ingeschreven in enig openbaar register.
Wet: art. 3.3 Wet IB 2001
Geef een reactie