Reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang zijn niet altijd zo gewoontjes als hun naam doet suggereren. In diverse gevallen is sprake van een verkapt regulier voordeel.
Inkomen uit aanmerkelijk belang
Het inkomen uit aanmerkelijk belang (ab) is het gezamenlijke bedrag van de zogeheten reguliere voordelen en de vervreemdingsvoordelen uit ab. Daarbij dient men deze voordelen eerst te verminderen met de bijbehorende aftrekbare kosten. Misschien wel het bekendste voorbeeld van een regulier voordeel is het dividend op aandelen.
Uitbreiding begrip regulier voordelen
De wetgever rekent de volgende (forfaitaire) opbrengsten eveneens tot de reguliere inkomsten:
- een forfaitair voordeel uit ab in een vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) of in een buitenlands beleggingslichaam;
- een teruggaaf van het bedrag dat is gestort op de aandelen. Voor zover een teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende aandelen, behoort de teruggaaf niet tot de reguliere voordelen. Daarvoor is wel vereist dat de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) heeft besloten tot deze teruggaaf. Daarnaast moet de nominale waarde van de aandelen via een statutenwijziging met deze teruggaaf zijn verlaagd;
- een teruggaaf van het bedrag dat is gestort op een bewijs van deelgerechtigdheid in een fonds voor gemene rekening. Voor zover een teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende bewijzen van deelgerechtigdheid, behoort de teruggaaf niet tot de reguliere voordelen;
- een teruggaaf van het bedrag dat een houder van een winstbewijs heeft gestort of ingelegd. Daarbij is geen sprake van een regulier voordeel voor zover de teruggaaf de verkrijgingsprijs van het winstbewijs niet overtreft; en
- de nominale waarde van aandelen die een fiscale beleggingsinstelling uitreikt, maar allen voor zover daar geen storting tegenover staat. De wetgever stelt een bijschrijving op aandelen hierbij gelijk met het uitreiken van aandelen.
Forfaitair voordeel
In beginsel moet men het forfaitaire voordeel uit een vbi stellen op 5,69% (percentage 2021) van de waarde in het economische verkeer van de desbetreffende aandelen of winstbewijzen. Daarbij moet men kijken naar de waarde bij het begin van het kalenderjaar. Men dient dit voordeel naar tijdsgelang te berekenen. De winstuitkeringen die de vbi daadwerkelijk doet, verlagen het forfaitaire voordeel. Het forfaitaire voordeel wordt daardoor echter niet negatief.
Verkapte winstuitdeling
Lang niet alle reguliere voordelen hebben een officieel karakter. Als een bv een handeling verricht, waardoor zij zelf verarmt terwijl haar dga rijker wordt, is sprake van een verkapte winstuitdeling. Tenminste, als beide partijen zich bewust waren van de bevoordeling. In een zaak voor Hof Amsterdam verhuurden de aandeelhouders van een bv een pand aan deze bv. Deze bv verkocht haar onderneming aan een derde, waarbij de goodwill was inbegrepen in de huurprijs. Maar de aandeelhouders gingen het pand direct verhuren aan de partij die de onderneming had overgenomen. Door dit te accepteren, zag de bv af van een voordeel en verrijkte zo haar aandeelhouders. Ook hier was sprake van een verkapte winstuitdeling.
Afboeking reguliere voordelen bij vererfd ab
Als een ab-houder te overlijden, kan dat fiscaal gezien tellen als een vervreemding waarbij de erflater inkomstenbelasting betaalt over het vervreemdingsvoordeel. Deze situatie biedt wel een mogelijkheid voor zijn erfgenamen. Zij kunnen namelijk ervoor kiezen om de reguliere voordelen die zij in de 24 maanden na het overlijden van de erflater uit het geërfde ab ontvangen, niet tot hun belastbare inkomen te rekenen. Maken zij gebruik van deze mogelijkheid, dan moeten zij de desbetreffende reguliere voordelen afboeken van hun verkrijgingsprijs van het ab. Bij een latere vervreemding zal zo’n erfgenaam dus eerder een belast resultaat behalen. Een erfgenaam mag niet meer aan reguliere voordelen afboeken van de verkrijgingsprijs dan het belaste vervreemdingsvoordeel dat de erflater door de vererving heeft behaald. Daarbij moet men te conserveren inkomen, waarvoor nog uitstel van betaling loopt, buiten beschouwing laten.
Kosten van reguliere voordelen
De kosten die een ab-houder moet maken om reguliere voordelen te genieten, zijn aftrekbaar. Kosten voor het innen of behouden van deze voordelen zijn eveneens aftrekbaar. Maar kosten van reguliere voordelen zijn slechts aftrekbaar voor zover zij in hun totale omvang niet meer bedragen dan wat gebruikelijk is. Kosten van gedefiscaliseerde schulden zijn overigens niet aftrekbaar. Kosten van reguliere voordelen zijn evenmin aftrekbaar voor zover de ab-houder schulden maakt om deze kosten te betalen terwijl deze schulden beperkt inbaar zijn. Ten slotte kwalificeren de volgende uitgaven niet als aftrekbare kostenpost:
- dividendbelasting
- kansspelbelasting
- een buitenlandse belasting waarbij de ab-houder recht heeft op voorkoming van dubbele belasting.
Wet: art. 4.12, 4.12a, 4.13, 4.14 en 4.15 Wet IB 2001
Online cursus technisch aanmerkelijk belang
Begin 2020 heeft de Hoge Raad voor het eerst arrest gewezen in een zogenaamde technisch aanmerkelijk belangzaak. Dit arrest maakt duidelijk dat bestaande en nog op te zetten structuren steeds nadrukkelijker moeten worden opgezet voor het doel waarvoor ze dienen en dat vennootschappen met weinig substance en nauwelijks economische activiteiten eigenlijk opgeruimd moeten worden of zwaar moeten worden ‘aangekleed’. In deze cursus bespreekt advocaat-belastingadviseur en internationaal belastingrecht specialist Dick van Sprundel de impact van de technische aanmerkelijk belangregeling en de impact van het recente arrest op de praktijk.
Geef een reactie