Zes provincies in Nederland hebben per 1 januari 2022 het tarief voor de wegenbelasting verhoogd. Het Rijk en provincies verwachten in 2022 gezamenlijk € 6 miljard aan wegenbelasting te ontvangen. Dat is minder dan de eerste ramingen voor 2021. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek van begrotingen van het Rijk en provincies.
Het Rijk verwacht in 2022 jaar in totaal € 4,2 miljard te innen, 2,9% minder dan de eerste raming voor 2021. Belastingmaatregelen zoals de (gedeeltelijke) vrijstelling van gedeeltelijk of volledig elektrische voertuigen hebben een remmend effect op de verwachte opbrengsten. Daarnaast zorgt een minder snelle groei van het aantal registraties van onder andere personenauto’s voor lagere opbrengsten dan eerder werd verwacht. Deze minder snelle groei is vooral te wijten aan een negatiever economisch beeld door corona.
Stijging inkomsten motorrijtuigenbelasting provincies
In tegenstelling tot het Rijk wordt er in 2022 bij de provincies wel rekening gehouden met een stijging van de inkomsten uit motorrijtuigenbelasting. Provincies verwachten dit jaar € 34 miljoen meer binnen te krijgen dan was geraamd; in totaal ruim € 1,7 miljard. Dit is een stijging van 2,0% vergeleken met een jaar eerder. De stijging is onder andere te danken aan hogere tarieven. Voor provincies is de motorrijtuigenbelasting een belangrijke inkomstenbron waarvan de opbrengst toevalt aan de algemene middelen.
Aanzienlijke verschillen per provincie
Zes provincies verhogen opcenten motorrijtuigenbelasting Omdat provincies zelf het opslagpercentage, het zogenoemde opcententarief, mogen bepalen en ook omdat het aantal auto’s zich niet in elke provincie gelijk ontwikkelt, zijn de verschillen per provincie aanzienlijk. De helft van de twaalf provincies verhogen voor 2022 de opcententarieven, vijf provincies houden hun tarieven gelijk en alleen de provincie Zeeland verlaagt het opcententarief naar het oude niveau van voor 2019.
Bron: CBS, 19 januari 2022
Geef een reactie