Dit besluit bevat een tijdelijke goedkeuring voor een praktische werkwijze waarmee een kwartaalaangifte bpm zo dicht mogelijk wordt benaderd.
Met ingang van 1 januari 2022 is het belastbaar feit voor de bpm gewijzigd naar het moment van inschrijving van een personenauto of motorrijwiel in het kentekenregister. Wat betreft het betalen van de bpm is en blijft het uitgangspunt dat de bpm moet worden betaald en de aangifte moet worden gedaan vóórafgaand aan de inschrijving in het kentekenregister. In de bpm bestaat een voorziening voor ondernemers die regelmatig om inschrijving verzoeken van motorrijtuigen. Deze ondernemers mogen, op basis van een vergunning, de bpm per tijdvak voldoen na afloop van het tijdvak van de inschrijving. Dat is nu een tijdvak van één maand. Vanwege aanpassingen aan de automatiseringssystemen van de Belastingdienst kunnen – onder nog nader te bepalen voorwaarden – kwartaalvergunningen per 1 juli 2022 in werking treden. Voor de tussengelegen periode wordt een praktische werkwijze goedgekeurd waarmee een kwartaalaangifte materieel zo dicht mogelijk wordt benaderd.
Uitzondering op voldoening van de maandaangifte bij vergunninghouders
Vergunninghouders in de zin van artikel 8 Wet bpm 1992, zijn op grond van artikel 19 AWR gehouden de in een tijdvak verschuldigd geworden belastingen, binnen één maand na afloop van dat tijdvak te voldoen. Vanwege de situatie zoals hiervoor beschreven vindt de staatssecretaris dat niet wenselijk.
Praktische werkwijze
De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat:
- de voldoening van de in januari en februari 2022 verschuldigde belasting uiterlijk op 30 april 2022 plaatsvindt, en
- de voldoening van de in april en mei 2022 verschuldigde belasting uiterlijk op 31 juli 2022 plaatsvindt.
Voorwaarden
- De aangifte van de in een tijdvak verschuldigd geworden belasting wordt maandelijks gedaan, ondanks dat de daadwerkelijke voldoening van deze belasting op een later moment mag plaatsvinden. In een schema in het besluit is dit concreet weergegeven is dit concreet weergegeven. Wordt niet tijdig aangifte gedaan, dan kan de inspecteur naheffen en een boete opleggen.
- De betaling moet per (eerder ingediende) maandaangifte worden gedaan en zijn voorzien van het bij die maand horende betalingskenmerk.
- Bij het niet voldoen van de belasting op het hierboven genoemde moment, kan de inspecteur de niet betaalde belasting naheffen en een boete opleggen.
Bron: Besluit van 10 januari 2022, nr. 2021-267616, Ministerie van Financien, Stcrt. 2022, 1003
Geef een reactie