Het kabinet vindt de TVL een effectieve regeling. Maar er zijn zaken die beter kunnen. Het gaat dan vooral om procedures waar de afhandeling (te) lang duurt. Dit is het geval bij een aanzienlijk aantal bezwaren en dit is ook het geval bij een deel van de vaststellingen van TVL Q1 en Q2. Minister Adriaansens (EZK) informeert de Tweede Kamer over de vierde voortgangsrapportage van de TVL-regeling.
Met name in TVL Q4 2020 en TVL Q1 2021 is een grote toestroom van bezwaren ontstaan. Deze zijn direct te herleiden naar de diverse uitbreidingen van de TVL, zoals opslagen en SBI-codes. Door de grote toestroom van bezwaren lukt het momenteel niet om deze allemaal binnen de wettelijke termijn af te handelen. Er zijn momenteel 4.800 bezwaren uit termijn. Dat is flink meer dan RVO wil zien en bovenal erg vervelend voor de ondernemers die wachten op uitsluitsel. RVO is daarom met een grootschalig inhaaltraject begonnen om deze achterstand weg te werken. De openstelling van de TVL in Q4 2021 en Q1 2022 kan dit traject beïnvloeden door een nieuwe toestroom van bezwaren. De minister verwacht dat RVO deze achterstand binnen enkele maanden kan inlopen.
RVO hanteert een systeem om bezwaren waarbij ondernemers nog geen geld hebben gekregen, voorrang te geven. Dat betekent helaas dat ondernemers met een bezwaar over de hoogte van het toegekende bedrag, daarop moeten wachten. Ondernemers die het betreft worden binnenkort proactief geïnformeerd over de vertraagde afhandeling en indien mogelijk zal ook een verwachting worden gegeven wanneer hun bezwaar kan worden opgepakt.
Irritatie over late openstelling TVL Q4 2021
Er is veel irritatie van ondernemers over de late openstelling van TVL Q4 2021 en het nog niet kunnen toepassen van de verlaagde omzetdrempel naar 20%. Dit snap ik goed. Helaas is snellere openstelling niet mogelijk. RVO kan een subsidieregeling of een aangekondigde wijziging van een subsidieregeling pas uitvoeren als deze genotificeerd en goedgekeurd is door de Europese Commissie en vervolgens gepubliceerd in de Staatscourant. Een regeling kan pas bij de Europese Commissie genotificeerd worden, als bekend is hoe deze moet komen te luiden. In de praktijk betekent dit dat alle besluiten over de regeling moeten zijn genomen en bekrachtigd door de Tweede Kamer. Veel ondernemers verwachten dat de aankondiging over uitbreiding van het steunpakket direct door RVO kan worden uitgevoerd. Dit is echter niet het geval. Zeker als de nood hoog is, leidt dit tot frustratie bij veel ondernemers en een gevoel van extra vertraging. RVO en EZK kunnen in dit proces echter geen stap overslaan en besteden hierbij veel aandacht aan communicatie.
Maatwerk en grensgevallen
De kern van deze kwestie blijft dat geautomatiseerde afhandeling nodig is om de TVL in zijn volle omvang, met snelheid uit te voeren. De afhandeling leunt daarom voor een belangrijk deel op generieke registerinformatie zoals die uit het Handelsregister, die helaas niet overal voldoende aansluit op de individuele situatie van ondernemers aldus de minister.
Iedere begrenzing creëert onherroepelijk grensgevallen van ondernemers die net niet voor subsidie in aanmerking komen. Dat is niet te voorkomen en inherent aan een subsidieregeling. Een voorbeeld hiervan is de recente verlaging van de omzetverliesdrempel in TVL Q4 2021 van 30% naar 20%. Een aanzienlijke verlaging van de ondergrens. Toch ervaren ondernemers die ook deze nieuwe grens niet halen, dit als een groot onrecht en de gevolgen als schrijnend. Deze frustratie is te begrijpen, maar we moeten ook erkennen dat het financiële leed van corona niet geheel te weg te nemen is. De TVL is in alle begrenzingen maximaal uitgebreid om zoveel mogelijk ondernemers te helpen. Er rest niet veel meer om nog op te rekken.
De minister kondigde ook aan dat ondernemers die minimaal drie weken met zwangerschaps- en bevallingsverlof waren in beide referentiekwartalen (vierde kwartaal 2019 én eerste kwartaal 2020) toch de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) aanvragen voor het vierde kwartaal 2021.
Masterclass fiscaal reorganiseren in het mkb
Het mkb wordt hard getroffen door de coronacrisis. Ondanks het brede pakket aan steunmaatregelen zullen veel dga’s hun bedrijfsstructuur moeten herstructureren om het hoofd boven water te houden. Tijdens deze cursus besteden drs. Mark Robben en prof. dr. mr. Edwin Heithuis aandacht aan de fiscale reorganisatiefaciliteiten uit de diverse belastingwetten – aandelenfusie, bedrijfsfusie, splitsing, juridische fusie, fiscale eenheid en interne reorganisatievrijstelling – met name in het kader van de opbouw van een holdingstructuur. Helaas zijn die niet altijd goed op elkaar afgestemd. Regelmatig blijkt dat de ene belasting de andere belasting in de weg zit.
Geef een reactie