Heeft een bestuurder met de curator een vaststellingsovereenkomst gesloten om aansprakelijkstelling wegens onbehoorlijk bestuur te voorkomen? Dan mag de ontvanger van de belastingen die bestuurder niet aansprakelijk stellen.
In 2013 was een man de statutair bestuurder van twee bv’s. Deze vennootschappen hadden diverse naheffingsaanslagen loonheffingen onbetaald gelaten. Op 16 december 2013 belandden de bv’s in een faillissement. De curator wilde de bestuurder in een gerechtelijke procedure betrekken, omdat hij hem onbehoorlijk bestuur verweet. Uiteindelijk sloot de bestuurder tegen betaling van € 31.000 met goedkeuring van de rechter-commissaris een vaststellingsovereenkomst (VSO) met de curator. De bestuurder gaf aan dat bij een hoger bedrag hij liever een gerechtelijke procedure had. Na het einde van de faillissementen onderzocht de ontvanger van de belastingen de bestuurdersaansprakelijkheid van de man met betrekking tot de onbetaald gebleven naheffingsaanslagen. De ontvanger stelde de bestuurder aansprakelijk voor € 35.713 en € 31.185. Deze bedragen waren exclusief kosten, boete, invorderingsrente en heffingsrente. De bestuurder tekende beroep aan tegen deze aansprakelijkstellingen.
Bepaling bij dubbele aansprakelijkstelling
Voor Hof Den Haag wijst de bestuurder op een bepaling in de Leidraad Invordering 2008. Kan namelijk de curator een bestuurder aansprakelijk stellen vanwege onbehoorlijk bestuur? En is tegelijkertijd de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid van toepassing? Dan bepaalt de Leidraad dat het streven is om maar één van deze regelingen toe te passen. De ontvanger moet dan contact opnemen met de curator. Vervolgens dienen zij te overleggen over de vraag wie tot aansprakelijkstelling overgaat. Daarbij geniet aansprakelijkstelling door de curator de voorkeur, tenzij blijkt dat de bewijspositie van de ontvanger sterker is. Volgens de bestuurder kan hij aan deze bepaling het vertrouwen ontlenen dat de ontvanger hem niet aansprakelijk stelt vanwege onbehoorlijk bestuur.
VSO gekoppeld aan aansprakelijkstelling
Het hof is het eens met de bestuurder. De VSO die de bestuurder en de curator hebben afgesloten is het enkele gevolg van de aansprakelijkstelling door de curator. Zonder deze overeenkomst had de curator de aansprakelijkstelling doorgezet. Daardoor is de situatie, waarop de desbetreffende bepaling in de Leidraad ziet, van toepassing. Dat de curator bij het aangaan van de VSO geen rekening heeft gehouden met de fiscale vorderingen, doet daar niet aan af. De omstandigheid dat de curator akkoord ging met een bedrag, dat aanzienlijk te laag is, is evenmin een reden om de bepaling van de Leidraad opzij te schuiven. Het hof vernietigt daarom de beschikkingen met betrekking tot de aansprakelijkstelling.
Wet: art. 36, derde en vierde lid Iw 1990
Leidraad: art. 36.1 Leidr. Inv.
Geef een reactie