Bij aanschaf van een onroerende zaak kan omzetbelasting verschuldigd zijn. Dan zal de verkrijger vaak een beroep kunnen doen op een vrijstelling overdrachtsbelasting. Dat is echter niet het geval als de vervreemder het pand als bedrijfsmiddel in gebruik heeft gehad en de verkrijger de omzetbelasting in aftrek kan brengen.
Samen met drie anderen kocht een ondernemer een onverdeeld aandeel in een pand. Daarbij was overdrachtsbelasting verschuldigd en omzetbelasting. Na afdracht van de overdrachtsbelasting maakte de ondernemer bezwaar tegen de overdrachtsbelasting. Hij was van mening dat geen overdrachtsbelasting was verschuldigd vanwege de samenloop met omzetbelasting. De Belastingdienst wees het bezwaar af.
Het geschil
Bij Rechtbank Gelderland is in geschil of de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting met de omzetbelasting (art. 15, eerste lid, letter a WBRV) terecht niet is toegepast.
Verkoper heeft het pand in gebruik genomen
De ondernemer heeft bij de rechtbank aangevoerd dat de verkoper het gekochte pand nog niet volledig duurzaam kon betrekken overeenkomstig de bestemming. De rechtbank geeft aan dat het bij in gebruik zijn als bedrijfsmiddel gaat om het feitelijk gebruik. De verkoper heeft het pand gebouwd om zijn bedrijfsactiviteiten vanuit dat pand te kunnen uitvoeren. Daar komt bij dat de verkoper sinds medio 2018 zijn onderneming heeft gevestigd in het pand. Dit leidt tot de conclusie dat het pand medio 2018 in gebruik is genomen. De verkoper heeft het pand gebruikt waar het voor is gebouwd, namelijk het uitoefenen van zijn onderneming. Dat er nog de nodige werkzaamheden aan het pand dienden plaats te vinden, is niet van belang. Het pand is als bedrijfsmiddel in gebruik geweest.
Inspecteur heeft niet in strijd gehandeld met zorgvuldigheidsbeginsel
De rechtbank is voorts van oordeel dat de inspecteur niet in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel. De inspecteur heeft geen verplichting om de situatie ter plekke te bekijken. Bovendien werpt een schouw in 2019 geen bruikbare informatie op over de stand van zaken ten tijde van de verhuizing en ingebruikname medio 2018 door de verkoper. De rechtbank verklaart het beroep van de ondernemer op de samenloopbepaling in de overdrachtsbelasting ongegrond.
Geef een reactie