Rechtbank Gelderland heeft een naheffingsaanslag loonheffing vernietigd. De rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke basis is een inhoudingsplichtige te verplichten zijn aangiften loonheffing met eHerkenning bij de Belastingdienst in te dienen.
Een bv deed geen aangifte loonheffing voor het tijdvak maart 2020. Zij kon geen aangifte doen, omdat zij niet beschikte over het inlogmiddel eHerkenning. Vanaf 1 januari 2020 verplichtte de Belastingdienst om aangiften loonheffing met eHerkenning in te dienen. De Belastingdienst legde een naheffingsaanslag loonheffing op, omdat de bv geen aangifte had ingediend.
Het geschil
Bij Rechtbank Gelderland is in geschil of er een wettelijke grondslag bestaat om inhoudingsplichtigen te kunnen verplichten bij een commerciële partij eHerkenning aan te schaffen voor het doen van hun aangiften.
Geen wettelijke basis in art. 2:16 AWR
De rechtbank stelt vast dat de bv wel aangifte wilde doen, maar dit zonder eHerkenning niet kon doen. Art. 2:16, tweede lid AWR schrijft uitdrukkelijk voor dat de verplichting om elektronisch aangiften in te dienen bij wettelijk voorschrift gebeurt. Dat wettelijk voorschrift is er niet. De Regeling van de staatssecretaris van Financiën van 2 maart 2020 is geen wet. Daarom kan art. 2:16 AWR de inspecteur geen rechtsgrond bieden voor het verplicht via eHerkenning indienen van een aangifte loonheffing door de bv.
eHerkenning geen elektronisch bericht maar inlogmiddel
Art. 3a, tweede lid AWR bepaalt hoe het elektronisch berichtenverkeer moet plaatsvinden. De rechtbank is echter van oordeel dat eHerkenning geen elektronisch bericht is, maar een inlogmiddel, zoals DigiD. Met eHerkenning krijgt de inhoudingsplichtige toegang tot het aangifteportaal van de Belastingdienst.
Toegang tot aangifteportaal Belastingdienst moet gratis zijn
Toegang tot het aangifteportaal van de Belastingdienst moet kosteloos zijn, als er een wettelijke verplichting is om aangiften te doen. Volgens de rechtbank is er geen wettelijke basis voor de betalingsverplichting voor eHerkenning. De ministeriële regeling van art. 3a, tweede lid AWR kan daarom geen rechtsgrond bieden voor het verplichten van inhoudingsplichtigen tot het aanschaffen van eHerkenning bij een commerciële partij. Dat RVO belastingplichtigen compenseert, doet hier niets aan af. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag loonheffing.
Wet: art. 2:15 en 2:16 Awb en art. 3a AWR
Bron: Rechtbank Gelderland 15 februari 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:394, AWB 21/1426
Geef een reactie