Ondernemers kunnen klagen over een schending van de begrippen investeringen en bedrijfsmiddelen voor de energie-investeringsaftrek. Maar over de energiebesparingsberekening klagen heeft geen zin.
Een GmbH had een aanvraag om een EIA-verklaring ingediend. De minister van Economische Zaken en Klimaat had die aanvraag afgewezen. De GmBH had namelijk geen energiebesparingsberekening overgelegd die voldeed aan de wettelijke eisen. Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) was dat terecht. Wanneer de GmbH in cassatie gaat, stelt de Hoge Raad voorop dat slechts beperkt cassatieberoep mogelijk is. Men kan namelijk alleen klagen over een schending van de begrippen investeren en bedrijfsmiddelen. De klachten van de GmbH doen dat niet. Die gaan namelijk erover dat het CBb bij de toetsing van de overgelegde energiebesparingsberekening wat betreft referentieperiode en energiezuinigheid is uitgegaan van een verkeerde maatstaf. Op zich is het vereiste van een energiebesparingsberekening relevant bij de aanwijzing van investeringen als energie-investeringen. Maar dat vereiste heeft geen invloed op de begrippen investeren en bedrijfsmiddelen. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de GmbH ongegrond.
Wet: art. 3.42, eerste en achtste lid en 3.43, eerste lid Wet IB 2001
Bron: Hoge Raad 25 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:302, 20/01305
Online cursus Kosten verduurzaming en energietransitie in de winstsfeer
De onderwerpen verduurzamen en energietransitie staan de komende jaren hoog op de agenda. Dit vraagt om allerhande werkzaamheden zoals verbouwen, renoveren, vernieuwen, herontwikkelen en transformeren van vastgoed. Welke fiscale gevolgen zijn aan de verwerking van de uitgaven voor deze werkzaamheden verbonden voor belastingplichtige lichamen en ondernemers? Tijdens deze cursus zoomt fiscalist en accountant Jurriën van der Heijden in op de fiscale verwerking van renovatie-uitgaven in de winstsfeer. Goedkoopmansgebruik staat hierbij centraal.
Geef een reactie