In een arrest van de Hoge Raad blijkt nog eens dat een dga strafrechtelijk is te vervolgen voor dezelfde strafbare feiten waarvoor zijn bv een verzuimboete heeft gekregen.
Een dga werd ervan verdacht zijn bv de opdracht te hebben gegeven om haar aangifte omzetbelasting over het eerste kwartaal 2015 niet (op tijd) in te dienen. Daardoor was te weinig omzetbelasting betaald. De dga stelde dat het Openbaar Ministerie (OM) hem niet mocht vervolgen, omdat de Belastingdienst hem al verzuimboetes heeft opgelegd. Op grond van het zogeheten una via-beginsel mag iemand immers niet meer dan één keer worden bestraft voor hetzelfde strafbare feit. Hof Den Bosch gaf de dga hierin gelijk. Zie ook NTFR 2019/1598 en ‘Geen strafvervolging door opgelegde verzuimboeten’. Het hof verklaarde het OM daarom niet-ontvankelijk.
Dga is niet zijn bv
Maar de Hoge Raad vernietigt het hofoordeel. Volgens de Hoge Raad heeft het hof miskend dat de dga en zijn bv verschillende personen zijn. Zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen strafbare feiten plegen. De enkele omstandigheid dat de verdachte bestuurder en enig aandeelhouder was van de bv, maakt beoordeling van ontvankelijkheid van OM in vervolging niet anders. De rechter kan deze omstandigheid wel betrekken bij de straftoemeting.
Verschillende strafbare feiten
Overigens merkt de Hoge Raad nog het volgende op. Er bestaat een aanzienlijk verschil tussen de aard en ernst van de feiten waarop een verzuimboete staat en feiten die grond zijn voor strafvervolging. Dat is de reden waarom voor een verzuimboete geen sprake hoeft te zijn van opzet en bij strafvervolging wel. Ook de straffen verschillen sterk. Daarom zijn de verzuimen van de bv en het strafbare feit dat de dga ten laste is gelegd niet dezelfde strafbare feiten. Dat is nog een reden voor de Hoge Raad om de zaak terug te verwijzen naar Hof Den Bosch.
Wet: art. 5:44 Awb, art. 67b, 67c en 69, eerste lid AWR, art. 51 WvSr en art. 243 en 255 WvSv
Bron: Hoge Raad 15 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:364, 19/02761
Geef een reactie