Bij een juridische fusie kan soms synergiewinst ontstaan. Als deze winst niet-splitsbaar is en alleen aan een buitenlandse vaste inrichting is toe te rekenen, kan het hoofdhuis daarop niet afschrijven.
In 2016 verkreeg het Nederlandse supermarktconcern Koninklijke Ahold als gevolg van een juridische fusie al het vermogen van de Belgische branchegenoot Delhaize. In dat kader gaf Ahold nieuwe aandelen uit aan de aandeelhouders van Delhaize. De nieuwe uitgegeven aandelen hadden in totaal een beurswaarde van meer dan € 10 miljard. In 2016 opende Ahold ook een nieuwe vestiging in België. Deze vestiging kreeg het gehele vermogen en alle rechtsverhoudingen van Delhaize toegewezen. Deze Belgische vestiging kwalificeerde voor zowel Nederlandse als Belgische fiscale doeleinden als een vaste inrichting (v.i.). De volgende dag vond een juridische afsplitsing plaats van het voormalige vermogen van Delhaize. Dit vermogen ging onder algemene titel over naar een nieuwe Nederlandse 100% dochtervennootschap van Ahold.
Overdracht van aandelen en zetelverplaatsing
Nog later in 2016 vond via een agiostorting een overdracht plaats van de aandelen in de dochtervennootschap in een andere 100% dochtervennootschap van Ahold. Deze tweede dochter maakte deel uit van een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting met Ahold. Daarna vond een verplaatsing plaats van de feitelijke leiding van de nieuwe dochtervennootschap naar België. Ten slotte werd die dochter omgezet in een cv op aandelen naar Belgisch recht.
Niet-splitsbare goodwill
Bij de fusie was goodwill ontstaan. De FE wilde een deel van de totale fusiegoodwill als synergiegoodwill op haar (hoofdhuis)balans activeren. Vervolgens zou zij daarop in Nederland afschrijven voor het belastingjaar 2016. Hoewel de inspecteur ook meende dat goodwill was ontstaan, vond hij dat alle goodwill bij de buitenlandse onderneming was blijven behoren. Rechtbank Noord-Holland volgt het standpunt van de fiscus. De rechtbank constateert dat de fusieprijs hoger is dan de som van de waarde van de verkregen activa en passiva. Verder is er geen regel die of beginsel dat overname van de oude boekwaarden voorschrijft. Daardoor is bij de fusie goodwill ontstaan, die telt als gekochte goodwill. Maar de synergiegoodwill staat niet op de fiscale (hoofdhuis)balans van de FE. De aan de verkregen onderneming toerekenbare goodwill is fiscaal niet splitsbaar. De totale goodwill is dus bij de verkregen buitenlandse onderneming blijven behoren.
Wet: art. 3.8 Wet IB 2001 en art. 8, eerste lid, 8bd, 14a en 14b Wet Vpb 1969
Masterclass Fiscale aspecten fusies en overnames
Corona blijkt de aanjager van de overnames. Het integreren van bedrijven door fusies en overnames of het afsplitsen door separatie of desinvestering is complex, zeker op fiscaal vlak. Zijn er bestaande fiscale risico’s aanwezig? Hoe kan de transactie fiscaal gunstig worden gestructureerd? En hoe dekt men de risico’s zo goed mogelijk af? M&A specialisten Dick van Sprundel en Mark Nieuweboer gaan in op de relevante regelingen en aandachtspunten.
Geef een reactie