Het volgende raadsel heeft u misschien wel eens langs zien komen. Een tennisracket en een bus met vijf tennisballen kosten samen €110. Het racket kost €100 meer dan de bus met tennisballen. Hoeveel kost de bus?
Bent u net als vele andere mensen dan is uw snelle antwoord: €10. Dat was ook mijn antwoord toen ik dit raadsel voorgelegd kreeg. Toch is het correcte antwoord €5. Zie maar: €105 (tennisracket T) plus €5 (bus B) = €110 en €105 (T) minus €5 (B) = €100.
De verklaring voor onze denkfout is dat we als mensen een voorkeur hebben voor snelle, intuïtieve, verklaringen voor de complexe wereld om ons heen. Ons trage, logische, denken kan ons helpen complexe problemen écht te doorgronden en beter op te lossen.
De oplossing van het tennisballenraadsel kan worden gevonden door ons trage, logische denken aan het werk te zetten. Dat doen we door een aantal – op zichzelf simpele – algebraïsche vergelijkingen te maken. Door het vraagstuk in stukken te knippen en in een simpel model te zetten kunnen we ons intuïtieve denken temmen en tot correcte conclusies komen. Het kost even meer tijd, maar het levert wel een correct antwoord op. (Voor de algebraïsch geïnteresseerden: zie onderaan deze blog de oplossing).
Als adviseurs zijn we dagelijks bezig complexe vraagstukken van onze cliënten te doorgronden, op te lossen en op een begrijpelijke manier uit te leggen. Toch vallen we allemaal regelmatig ten prooi aan ons snelle intuïtieve denken, terwijl we ons dat juist in het fiscale vak niet kunnen veroorloven.
Zo was ik enige tijd geleden in onderhandeling met de Belastingdienst over een kwestie met een groot aantal fiscale discussiepunten. Renteaftrek, toepassing innovatie-box, afschrijvingen, winstallocatie, voorvoegingsverliezen, u kent het wel. Intuïtief concentreerde ik me op de grootste discussiepunten en had ik de neiging de kleinere punten als wisselgeld in de onderhandeling te beschouwen. Toen ik echter alle discussiepunten in een financieel model zette en elk punt ging wegen in samenhang met andere discussiepunten en rekening houdend met de waarschijnlijkheid dat we het betreffende punt voor de rechter overeind zouden houden, sloeg dat beeld om. Dat was het begin van een vaststellingsovereenkomst waarmee zowel de cliënt als de Belastingdienst heel goed konden leven.
Later vroeg ik me af hoe dat nou precies zat met mijn eigen snelle en trage denken in deze onderhandeling. De fiscale analyse voor de onderhandeling had ik toch echt gemaakt met mijn trage, logische denken, niet met mijn snelle, intuïtieve denken. Wat ik echter had gemist, was dat ik mijn trage, logische denken wel had geactiveerd voor de fiscale analyse, maar niet voor de financiële gevolgen van die analyse. Daardoor had ik de samenhang tussen renteaftrek, afschrijving, winstallocatie, voorvoegingsverliezen en nog een paar zaken over het hoofd gezien. Elk individueel stukje van de fiscale analyse was correct, maar de samenhang ontbrak. Het snelle denken had het even gewonnen van de logica.
De moraal van dit verhaal: door de gevolgen van onze advisering consequent te vatten in een samenhangend financieel model zetten we ons trage, logische denken aan het werk en komen we tot betere oplossingen. Dat geldt voor het tennisballenraadsel, maar evengoed voor fiscale advisering.
Benieuwd geraakt naar waar uw snelle denken het wint van het trage denken? En hoe u uw trage denken activeert? Ga eens rustig zitten voor een modelmatige en kwantitatieve aanpak en laat u verrassen door de uitkomsten. En ja, het kost wat meer tijd, maar het loont de moeite. In de PE Pitstop Modelmatig en kwantitatief adviseren krijgt u tips hoe u dat in de praktijk brengt.
Stephan Kraan is partner bij Huygens Quantitative Tax Consulting B.V. een verzorgt op 16 mei 2022 samen met zijn collega Rutger Hafkenscheid een PE Pitstop Modelmatig en kwantitatief adviseren.
Oplossing van het bus-met-tennisballenraadsel.
Als T staat voor het tennisracket en B staat voor de bus met tennisballen, kunnen we volgende vergelijkingen opstellen. We weten dat T + B = €110 en ook dat T – B = €100. De laatste vergelijking kunnen we herschrijven als T = €100 + B. Dit stelt ons in staat in de eerste vergelijking T te vervangen door €100 + B en dat levert de volgende vergelijking op: €100 + B + B = €110, ofwel €100 + 2B = €110. Die vergelijking is hetzelfde als 2B = €110 – €100 = €10, zodat 2B = €10 en B = €5.
Geef een reactie