De Belastingdienst kan weigeren om inzage te geven in de registratie in FSV. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op vragen over correspondentie van de Belastingdienst in reactie op verzoeken van betrokkenen over inzage in hun persoonsgegevens vanwege registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV).
Het uitgangspunt is om mensen zo veel mogelijk inzage te geven in hun registratie in FSV. Mensen hebben hier ook recht op, op grond van de AVG. Er zijn ca. 6.553 inzageverzoeken gedaan waarvan er ca. zijn 5.836 afgehandeld (stand 7 april). Artikel 23 AVG en artikel 41 UAVG geven in sommige gevallen gronden op basis waarvan de Belastingdienst een verzoeker geen inzage of informatie kan geven. Voor inzage in FSV kunnen met name lid h 1 en lid i 2 van toepassing zijn, die zien op toezichttaken en de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. Dit betekent in de praktijk dat een uitzondering is gemaakt wanneer de veiligheid van derden, zoals burgers die een melding hebben gedaan, in het geding is of wanneer zwaarwegende opsporings- of toezichtbelangen kunnen worden geschaad. Als geen inzage kan worden gegeven, wordt dit aan de verzoeker gemeld. Ten slotte ontvangt de Belastingdienst ook inzageverzoeken over FSV van mensen die niet in FSV stonden. In dat geval wordt dit ook gemeld.
Meer oog voor menselijke aspecten
Van Rij laat de communicatie over de FSV-registratie nader bekijken. De brieven die verzoekers ontvangen worden daarom herzien met meer oog voor het menselijke aspect. Brieven moeten natuurlijk wel juridisch correct onderbouwd zijn schrijft de staatssecretaris. Van Rij wil begin juni een brief over de vormgeving van een mogelijke tegemoetkoming sturen.
Bron: Antwoorden op Kamervragen over correspondentie over inzageverzoeken in FSV, nr. 2022Z04612, Ministerie van Financien, 14 april 2022 en Antwoorden op Kamervragen over rapporten FSV Particulieren en gegevensdeling, Ministerie van Financien, 14 april 2022
Geef een reactie