Mr. Pieter van Tilburg gaat in een Tax Talks e-learning dieper in op effecten van transacties met werknemersaandelen op een vaststellingsovereenkomst met de fiscus.
Van Tilburg behandelt kort de zaak voor Rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2021:11943). Zie ook NTFR 2022/781. In deze zaak had een softwareontwikkelaar aan drie werknemers een indirect aandelenbelang in het bedrijf toegekend. De werkgever had op 5 augustus 2013 met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten over de waarde van het toegekende belang. In de VSO was de waarde van dit belang gesteld op € 1,6 miljoen. Op dat moment wist de inspecteur niet dat vanaf mei 2013 gesprekken plaatsvonden met potentiële overnamekandidaten. Op 10 april 2014 kocht een derde partij 20% in het belang voor $ 36 miljoen. De fiscus meende daarom dat de werkelijke waarde van het totale belang $ 180 miljoen bedroeg. De inspecteur voelde zich niet gebonden aan de VSO en legde de werkgever naheffingsaanslagen loonheffingen op. De werkgever is daartegen in beroep gegaan.
Wanneer is aandelenbelang genoten?
Een van de punten die in deze procedure aan bod kwam, was het genietingstijdstip voor de loonbelasting. Van Tilburg stelt dat in de praktijk de uitvoering van het participatieplan vaak een jaar later plaatsvindt dan het jaar waarin de werknemersparticipaties zijn toegezegd. Vaak heeft de werkgever bij de toezegging al een aandelenwaarde met de werknemers afgesproken. Voor de werkgever is het voordelig om het fiscale genietingstijdstip te stellen op het moment van toezegging. Een latere waardestijging telt dan niet mee. En bij een waardedaling zal de werknemer de optie niet willen uitoefenen. Helaas voor de werkgever sluit de rechtbank voor het genietingstijdstip voor de loonheffingen aan bij het moment van de aandelenlevering.
Effect van derdentransacties na VSO
Van Tilburg haalt uit de uitspraak van de rechtbank dat partijen vrijelijk mogen besluiten om met elkaar een VSO te sluiten waarin de waarde van de aandelen is berekend aan de hand van historische winstcijfers. Volgens de rechtbank gelden daarvoor geen impliciete voorwaarden die dat verhinderen. Dus ook niet als een latere derdentransactie een significante waardemutatie laat zien. Wel kan eventueel sprake zijn van dwaling. Daarbij is het tijdstip van de onderhandelingen relevant. Ook de rechtbank oordeelde dat de inspecteur had gedwaald. Anders was de VSO niet vernietigbaar verklaard. Maar de transactie op 10 april 2014 is niet allesbepalend. De volgende omstandigheden zorgden ervoor dat rechtbank de fiscale waarde van de toegekende aandelen stelde op ongeveer € 39,1 miljoen:
- De onderneming vertoonde een explosieve groeicurve.
- Het bedrijf kende verschillende soorten aandelen.
- De overdraagbaarheid van de toegekende aandelen was contractueel beperkt.
Wet: art. 16 AWR, art. 3:40 en 6:228 BW en art. 10, 13 en 13a Wet LB 1964
Méér weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. 25 keer per jaar) wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie