De Raad van State bevestigt dat de rechter onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal pas moet negeren als dat bewijs is verkregen op een manier die sterk indruist tegen wat men mag verwachten van een behoorlijk handelende overheid.
Het is in de praktijk diverse malen voorgekomen dat de fiscus bewijsmateriaal heeft verkregen op onrechtmatige wijze. De Belastingdienst heeft daarbij op grond van zulk onrechtmatig verkregen bewijs navordering- en naheffingsaanslagen en boetes opgelegd. Ook andere bestuursorganen leggen soms op grond van onrechtmatig verkregen bewijs sancties op. In een beroepsprocedure kan de bestuursrechter gevolgen verbinden aan het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Hij kan bijvoorbeeld het onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal buiten beschouwing laten. Maar dat is zeker niet altijd het geval. Zie bijvoorbeeld NTFR 2019/2876 en ‘Tipgeversbewijs kan toch geldig zijn’.
Voorwaarden voor weigering bewijsmateriaal
In een zaak voor de Raad van State had een bedrijf bezwaar gemaakt tegen het gebruik van bewijsmateriaal dat was ontdekt bij een doorzoeking van een spoelkeuken. De ambtenaar die het bewijsmateriaal in een lade onder de oven vond, mocht alleen maar zoekend rondkijken. Hij was niet bevoegd om te doorzoeken. Volgens het bedrijf was het bewijsmateriaal daardoor onder alle omstandigheden ontoelaatbaar. De Raad van State wijst echter erop dat de bestuursrechter onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal pas moet weigeren als dit materiaal is verkregen op een manier die indruist tegen wat men mag verwachten van een behoorlijk handelende overheid. Dit indruisen moet zelfs zo ver gaan dat onder alle omstandigheden het gebruik van het bewijsmateriaal ontoelaatbaar is.
Verkrijging bewijs was niet heel onrechtmatig
In deze zaak was niet voldaan aan deze voorwaarde. De desbetreffende ambtenaar had namelijk een relatief eenvoudige handeling verricht. Bovendien waren bij de controle opsporingsambtenaren van diverse instanties aanwezig. Sommigen van deze ambtenaren waren wel bevoegd tot doorzoeking. Onder zulke omstandigheden acht de Raad van State het gebruik van het bewijsmateriaal niet onder alle omstandigheden ontoelaatbaar.
Wet: art. 5:15, eerste lid Awb
Bron: Raad van State 11 mei 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1362, 202103431/1/A3
Geef een reactie