Als een ondernemer compleet andere activiteiten gaat uitvoeren in zijn onderneming, is hij voor de TVL een startende ondernemer.
Een vrouw had haar eenmanszaak op 25 augustus 2010 door de Kamer van Koophandel (KvK) laten inschrijven in het handelsregister. Daarbij luidde de bedrijfsomschrijving ‘Danslessen op ZZP-basis’. De desbetreffende code voor de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) was 85.52.1 (Dansscholen). In de loop van 2019 besloot de vrouw haar danslessen te staken. In plaats daarvan startte zij een boekencafé. Daarom liet zij in november 2019 onder haar bestaande KvK-nummer een nieuwe handelsnaam en als SBI-code 56.30 (Cafés) toevoegen in het handelsregister. Op 16 januari 2020 verkreeg het boekencafé de exploitatie- en horecavergunning, zodat het op 22 januari 2020 kon openen. De vrouw vroeg over het vierde kwartaal van 2020 subsidie aan op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). Bij de behandeling van deze aanvraag had het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de vrouw niet als starter aangemerkt. De vrouw is het daar niet mee eens.
Wijziging in inschrijving is nieuwe inschrijving
Het geschil belandde voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb oordeelt dat men een wijziging van de inschrijving bij de KvK vanwege de start van nieuwe bedrijfsactiviteiten in een bestaande eenmanszaak moet aanmerken als een eerste inschrijving. In zo’n situatie valt het de ondernemer niet aan te rekenen dat hij zijn nieuwe bedrijfsactiviteiten onder de bestaande inschrijving in het handelsregister onderbrengt. Daarbij moet wel voldoende vaststaan dat de ondernemer op het moment van de wijziging van de inschrijving zijn oorspronkelijk activiteiten heeft gestaakt. Het mag niet gaan om bedrijfsactiviteiten die zijn toegevoegd aan de bestaande bedrijfsactiviteiten. In dat laatste geval is veel meer sprake van uitbreiding van de activiteiten van een bestaande onderneming. Met dit oordeel komt het CBb terug op zijn uitspraak van 9 november 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:979).
Volledig nieuwe activiteit
In deze zaak heeft de onderneemster op 1 november 2019 een geheel nieuwe bedrijfsactiviteit ingeschreven bij de KvK. Dit heeft zij onder haar bestaande eenmanszaak gedaan, maar wel onder een nieuwe naam. Het CBb oordeelt daarom dat het ministerie 1 november 2019 had moeten aanmerken als de datum van eerste inschrijving voor de TVL.
Regeling: art. 2.1.1, tweede lid, onderdeel a en 2.1.2, derde lid, onderdeel a TVL
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven 31 mei 2022, ECLI:NL:CBB:2022:271, 21/1065
Geef een reactie