Op 1 juli 2022 zou de invoering van een definitief Europees stelsel moeten plaatsvinden. Deze invoering is uitgesteld, waardoor de verleggingsregeling langer blijft gelden.
Het definitieve btw-stelsel moet een fundamentele oplossing bieden voor intracommunautaire ploffraude ter vervanging van de verleggingsregeling. De beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022 blijkt echter niet haalbaar te zijn. De onderhandelingen in de Europese Raad over het definitieve btw-stelsel lopen namelijk nog. De voortzetting van de onderhandelingen over het definitieve btw-stelsel mogen de beschikbare instrumenten voor het bestrijden van btw-fraude echter niet in gevaar te brengen. Daarom vindt een verlenging plaats van de fraudebestrijdingsmaatregelen (de verleggingsregeling). De verlenging betreft een nieuwe, beperkte periode tot eind 2025. Daarbij speelt ook een rol dat de Europese Commissie een voorstel heeft gedaan over btw in het digitale tijdperk. Eerst moet dit voorstel worden goedgekeurd. Daarna is een datum voor inwerkingtreding vast te stellen. De goedkeuring voor dat voorstel staat gepland voor 2022.
Rapportageregels in plaats van verlegging
Het definitieve btw-stelsel ziet op goederen. Het is de bedoeling om de verleggingsregeling voor goederen te vervangen door rapportageregels. De verleggingsregeling zal een wijziging ondergaan waardoor een uitbreiding van de huidige regels zal plaatsvinden. Omdat belastingplichtigen zich aan de nieuwe rapportageregels moeten aanpassen, is een verlenging tot eind 2025 passend.
De Europese Commissie heeft de verleggingsregeling geëvalueerd onder de lidstaten. Zij concludeert dat de maatregelen in de desbetreffende bepaling nuttig zijn voor fraudebestrijding. Bovendien beschikt de Commissie niet over informatie over nieuwe sectoren die gevoelig zouden zijn voor intracommunautaire ploffraude en waarvoor de verleggingsregeling het juiste instrument zou zijn.
Richtlijn: art. 199bis Btw-richtlijn
Geef een reactie