Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat het opleggen van een beschikking belastingrente discriminatoir is in het geval een in het buitenland wonende ondernemer zijn firma-aandeel geruisloos inbrengt in een bv.
Een in België woonachtige firmant wilde zijn firma-aandeel geruisloos inbrengen. In 2016 richtte de firmant daarvoor een holding en een werkmaatschappij op. Op 23 februari 2017 verzocht de firmant de Belastingdienst om zijn aandeel geruisloos in te brengen in de holding met overgangstijdstip 1 januari 2015. Voor de geruisloze omzetting geldt voor een buitenlandse belastingplichtige een extra standaardvoorwaarde. De firmant heeft die standaardvoorwaarde en de andere standaardvoorwaarden aanvaard. Met dagtekening 14 oktober 2017 heeft de inspecteur een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd. In de aanslag is een bedrag als te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang begrepen. Tegelijk heeft de inspecteur bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Het geschil
In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is of door het opleggen van de navorderingsaanslag en beschikking belastingrente in strijd is gehandeld met het discriminatieverbod.
Navorderingsaanslag conserverend inkomen niet discriminerend
De firmant is van mening dat de Belastingdienst binnenlandse belastingplichtigen en buitenlands belastingplichtigen ongelijk behandelt en daar geen grond voor is. De discriminatie bestaat eruit dat buitenlands belastingplichtigen een navorderingsaanslag krijgen en belastingrente moeten betalen. De rechtbank oordeelt dat de extra standaardvoorwaarde voor buitenlands belastingplichtigen hetzelfde doel heeft als de zesde standaardvoorwaarde voor binnenlands belastingplichtigen. Het geconserveerde bedrag is vergelijkbaar met de aanmerkelijkbelangclaim van de zesde voorwaarde. Beide claims realiseren aanmerkelijkbelanghouders bij een vervreemding van de bij de omzetting verkregen aandelen. De extra standaardvoorwaarde zorgt ervoor dat de Belastingdienst voor het geconserveerde bedrag zonder zekerheidsstelling renteloos uitstel van betaling verleent. Ook leidt de manier waarop het geconserveerde bedrag moet worden berekend ertoe dat dit bedrag niet hoger zal zijn dan de aanmerkelijkbelangclaim waarvoor zij in de plaats treedt. Er wordt geen fiscaal voordeel aan buitenlandse belastingplichtigen onthouden door de extra standaardvoorwaarde.
Belastingrente buitenlands belastingplichtige is onterecht
In feite is voor buitenlands belastingplichtigen sprake van een deels ruisende inbreng. Dat brengt met zich mee dat buitenlands belastingplichtigen belastingrente verschuldigd zullen zijn als de conserverende aanslag inbaar is. Bij binnenlands belastingplichtigen is dat niet het geval. Volgens de rechtbank is er geen objectieve rechtvaardiging voor het verschil in behandeling ten aanzien van de belastingrente. Er wordt daarom een fiscaal voordeel onthouden aan buitenlands belastingplichtigen. De ongelijke behandeling van buitenlandse en binnenlandse belastingplichtigen voor de belastingrente merkt de rechtbank aan als discriminatie. Dat is strijdig met art. 49 VWEU of art. 47 Handvest van de grondrechten van de EU. De rechtbank vernietigt daarom de beschikking belastingrente.
Wet: art. 3.65 Wet IB
Besluit: Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M (standaardvoorwaarden bij geruisloze omzetting)
Geef een reactie