Er is een initiatiefwetsvoorstel ingediend over het laten vervallen van enkele fiscale regelingen en het vervangen van het box 2-tarief door een progressief tarief. Het wetsvoorstel is ingediend door de leden Maatoug(SP), Van der Lee (GroenLinks) en Nijboer(PvdA).
Hoofdlijnen wetsvoorstel
Afschaffen doelmatigheidsmarge
Het wetsvoorstel voorziet in het afschaffen van de doelmatigheidsmarge van 25%. De gebruikelijkloonregeling wordt verder niet aangepast.
Het minimumloon van de dga wordt na invoering van deze maatregel vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
- minimaal 100% van de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap;
- € 48.000.
Het blijft voor dga’s mogelijk om zichzelf een hoger loon dan dit minimum uit te keren.
Afschaffen DSR in de ab-sfeer voor schenking en vererving
De DSR in de inkomstenbelasting voor vererving en schenking van aanmerkelijk belang wordt door dit wetsvoorstel afgeschaft.
Aanpassen tarief box 2
Dit wetsvoorstel voorziet in een verlaging van het basistarief in box 2 van 26,9% naar 26% en gaat gelden voor inkomsten uit aanmerkelijk belang tot € 60.000. Daarnaast wordt een tweede schijf geïntroduceerd voor alle inkomsten boven € 60.000, met een tarief van 40,59%.
Verhuurd vastgoed standaard aanmerken als beleggingsvermogen voor de BOR en DSR
Om de BOR beter aan te laten sluiten op de doelstelling van de regeling wordt hier voorgesteld om verhuurd vastgoed aan te merken als beleggingsvermogen, waardoor het niet in aanmerking komt voor de BOR.
Kleine ab-pakketten uitzonderen van de BOR
Door hogere eisen te stellen aan ab-pakketten om in aanmerking te komen voor de BOR kan de groep die in aanmerking komt verkleind worden en de regeling meer toegespitst op de oorspronkelijke doelgroep. Deze maatregel houdt in dat alleen ab-pakketten met een omvang van minimaal 25% van de gewone aandelen in aanmerking komen voor de BOR.
Verlagen vrijstelling BOR
Deze maatregel draait de verschillende onnodige verruimingen van de BOR in de afgelopen twee decennia terug door het percentage van de vrijstelling te verlagen naar 25%. Daarnaast wordt de totale vrijstelling gemaximeerd op € 1 miljoen aan ondernemingsvermogen, ook voor bedrijven met een waarde van meer dan € 4 miljoen. De vrijstelling van 100% voor het verschil tussen de waarde going concern en de liquidatiewaarde blijft bestaan. Daarnaast blijft uitstel van betaling op basis van de Invorderingswet 1990 mogelijk.
Geef een reactie