Staatssecretaris Van Rij beantwoordt feitelijke vragen van de vaste commissie voor Financiën over de contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement.
In het coalitieakkoord is afgesproken om de waardeontwikkeling van onroerende zaken tijdelijk forfaitair te blijven belasten, waarbij zo snel als mogelijk de overstap wordt gemaakt naar een heffing op basis van werkelijk rendement. Dan zal ook de werkelijke waardedaling kunnen worden meegenomen. Op dit moment is het onderzoek naar het belasten van de werkelijke waardeontwikkelingen nog volop gaande. Overigens zal ook bij een forfait de waardedaling van onroerend goed worden meegenomen. Wanneer gemiddeld genomen sprake is van een waardedaling van onroerend goed en zodoende het forfait negatief is, zal onroerend goed voor de belastingplichtige een negatieve inkomenspost in box 3 opleveren.
Boxhoppen
Het enkel om fiscale redenen verplaatsen van vermogen, bijvoorbeeld vanuit box 3 naar box 2 is onwenselijk schrijft Van Rij. De prikkel voor box-arbitrage neemt aanzienlijk af bij de invoering van het nieuwe box 3-stelsel omdat belasting zal worden geheven over het werkelijke rendement en niet over het forfaitair berekende rendement. Daarnaast sorteert arbitrage rond de huidige peildatum in box 3 van 1 januari geen effect in het nieuwe box 3-stelsel omdat het inkomen uit vermogen in aanmerking wordt genomen dat gedurende het kalenderjaar wordt genoten. Het aanhouden van zogenoemde “spaar-bv’s”, waaraan jaarlijks (accountants)kosten zijn verbonden, wordt met de heffing over het werkelijke rendement in box 3 dus fiscaal minder aantrekkelijk. Wel zijn er enkele punten waarvoor box 2 aantrekkelijker kan zijn.
Gegevens van ketenpartners
In het nieuwe box 3-stelsel zijn meer gegevens relevant dan in het huidige stelstel, zoals reguliere inkomsten, kosten, verliezen, waarde in het economische verkeer op 1 januari en op 31 december en stortingen en onttrekkingen voor het bepalen van de waardeontwikkelingen. Het nieuwe stelsel is daarmee complexer. Op dit moment is alleen de waarde in het economische verkeer van het vermogen op de peildatum van 1 januari relevant en in het nieuwe stelsel van werkelijk rendement moet de fiscale vermogensaanwas in een belastingjaar berekend worden. Voor een aantal vermogensbestanddelen zijn ketenpartners de enige partij die beschikking heeft over die relevante gegevens. De Belastingdienst gebruikt deze gegevens voor de VIA en voor toezicht.
Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2022
De ontwikkelingen op het gebied van vermogensstructurering staan niet stil. In één dag praat ervaren docent en partner family office drs. Jeroen Knol u bij in wat er speelt op het snijvlak van fiscaliteit en vermogen.
Geef een reactie