Aan belanghebbende zijn navorderingsaanslagen 2014 en 2015 en vergrijpboetes opgelegd.
Het hof acht bewezen dat belanghebbende meer belastbare inkomsten heeft genoten dan begrepen in de aanslagen. De verklaring van belanghebbende over ontvangen bedragen en stortingen acht het hof ongeloofwaardig.
Het is aan opzet van belanghebbende te wijten dat de aanslagen tot een te laag bedrag zijn vastgest…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:1745&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie