Het kabinet heeft een eerste uitwerking vastgesteld die moet uitmonden in betalen voor het gebruik van een auto in 2030. Vanaf 2030 betalen autobezitters niet meer voor autobezit, maar voor autogebruik.
Het kabinet wil de huidige motorrijtuigenbelasting hervormen naar een kilometerafhankelijke belasting voor personen- en bestelauto’s. Automobilisten betalen in het nieuwe systeem voor het daadwerkelijk gebruik van de weg en niet langer een vast bedrag voor het bezit van een auto. Waar en wanneer deze kilometers gereden zijn, maakt niet uit. De ministerraad heeft ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een brief met de eerste uitwerking van deze plannen uit het Coalitieakkoord.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën: Automobilisten kiezen steeds vaker voor een elektrische auto. En dat is maar goed ook, want we stimuleren dit als kabinet vanwege het klimaat. Het betekent wel dat de overheidsinkomsten van autobelastingen op termijn teruglopen, met name door teruglopende inkomsten uit de brandstofaccijns. Dit jaar halen we circa € 14 miljard op, waarvan ruim €4 miljard via de motorrijtuigenbelasting. Deze overheidsinkomsten op peil houden is één van de redenen om een nieuw en toekomstbestendig systeem in te voeren. Straks betalen alle automobilisten, ook de elektrische rijders, weer belasting afhankelijk van hoeveel ze de weg op gaan. Zo kunnen ook in de toekomst publieke voorzieningen worden betaald, zoals zorg, onderwijs én (het onderhoud van) de wegen.
Betalen naar gebruik
Het kabinet is van plan het systeem van betalen naar gebruik per 2030 in te voeren door het kilometerafhankelijk maken van het tarief van de huidige mrb voor alle personen- en bestelauto’s, zonder onderscheid naar tijd en plaats in het kilometertarief. Het maakt dus niet uit waar of wanneer iemand rijdt. Ook kilometers die in het buitenland gereden zijn, tellen mee. Voor het heffen van de belasting hoeft alleen te worden geregistreerd hoeveel kilometers een auto jaarlijks rijdt. De overheid hoeft niet te weten waar en wanneer deze kilometers zijn gereden en dit waarborgt de privacy.
Het nieuwe systeem wordt budgetneutraal ingevoerd, op het niveau van de autobelastingen van 2025. Belastingderving ná 2030, veroorzaakt door verdere groei van het aantal elektrische voertuigen na 2030, wordt opgevangen door het kilometertarief jaarlijks te laten meestijgen. Hiermee blijven de overheidsinkomsten ook in de toekomst op peil.
Gevolgen voor bestaande toltrajecten
In het Coalitieakkoord is afgesproken dat gelijktijdig met de hervorming van de mrb de dan nog bestaande toltrajecten komen te vervallen. Momenteel wordt tijdelijke tolheffing voorbereid op twee nog te realiseren trajecten: de Blankenburgverbinding en de ViA15. Het kabinet brengt op dit moment de gevolgen van het vervallen van tol op deze trajecten in kaart. Ook voor de Westerscheldetunnel en in de Kiltunnel, beiden in beheer van medeoverheden, wordt nu tol geheven.
Er moeten nog een aantal belangrijke keuzes worden gemaakt. Bijvoorbeeld over de wijze waarop het aantal gereden kilometers wordt geregistreerd en wat het betekent als het tarief net als in de huidige mrb afhankelijk wordt gemaakt van gewicht en brandstofsoort van de auto. Dit wordt momenteel nader onderzocht.
Doel is om nog deze kabinetsperiode de wetgeving vast te stellen en andere voorbereidingen te treffen die nodig zijn om het nieuwe systeem in te kunnen invoeren. In de komende tijd worden eerst nog onderzoeken uitgevoerd. Doel is om daarna uiterlijk medio 2023 een internetconsultatie te starten van de conceptwetgeving.
Bron: Ministerie van Financien en Ministerie van Infrastructuur, 1 juli 2022
Geef een reactie