Volgens Rechtbank Gelderland heeft de inspecteur niet aangetoond dat de lening onzakelijk is. De inspecteur is niet geslaagd in zijn bewijs dat er geen derden zijn die de lening onder gelijke omstandigheden niet zouden verstrekken. Ook is het opzetten van een beddenspeciaalzaak in Marokko al niet bij voorbaat kansloos.
Een Nederlandse bv verstrekte in delen een geldlening van in totaal € 224.717 aan een Marokkaanse onderneming. De onderneming exploiteerde een beddenspeciaalzaak. Aandeelhouders van de onderneming waren een man en een vrouw, die met elkaar waren gehuwd. In 2016 scheidden zij. Mede door de scheiding kwam de Marokkaanse onderneming in financieel zwaar weer. Reden voor de Nederlandse bv de verstrekte lening geheel af te waarderen. De inspecteur was het daar niet mee eens en corrigeerde de aangifte. Bij Rechtbank Gelderland is de afwaardering in geschil. Meer in bijzonder of sprake is van een onzakelijke lening.
Oordeel Rechtbank Gelderland
Volgens de rechtbank staat vast dat de vermogens- en solvabiliteitspositie van de Marokkaanse onderneming zodanig is, dat afwaardering van de lening geboden is. De inspecteur moet de onzakelijkheid van de lening aannemelijk maken. De inspecteur heeft niet kunnen aantonen dat met het verstrekken van de lening een onzakelijk debiteurenrisico is gelopen. Het niet stellen van zekerheden maakt een lening nog niet automatisch onzakelijk. Daar komt bij dat het opzetten van een beddenspeciaalzaak in Marokko niet al bij voorbaat kansloos is:
- Er is marktonderzoek gedaan.
- Er zijn informele toezeggingen van potentiële klanten om bedden af te nemen.
- De man is binnen de beddenbranche zeer ervaren.
- De man en zijn ex-echtgenote hadden een goed netwerk in Marokko; en
- De beddenspeciaalzaak is daadwerkelijk open geweest.
Wet: art. 3.8 Wet IB en art. 8 Wet Vpb
Bron: Rechtbank Gelderland 8 juni 2022 (gepubliceerd 1 juli 2022), ECLI:NL:RBGEL:2022:2874, AWB 21/2272
Geef een reactie