De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit met een goedkeuring gepubliceerd voor binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden. Het gaat om de toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021.
Voor binnenlandse belastingplichtigen met buitenlandse bezittingen en schulden waarbij toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3 resulteert in een verlaging van het voordeel uit sparen en beleggen, wordt als volgt afgeweken van het Bvdb 2001:
- In afwijking van artikel 24, tweede lid, Bvdb 2001, wordt de voorkomingsbreuk niet vermenigvuldigd met de op basis van de Wet IB 2001 over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verschuldigde belasting maar met de belasting die verschuldigd is over het belastbare inkomen uit sparen en beleggen na toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3.
- In afwijking van artikel 24, vijfde lid, onderdeel a, Bvdb 2001 wordt onder het forfaitaire rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland verstaan: het rendement van de buitenlandse bezittingen, verminderd met het rendement van de buitenlandse schulden. Voor het bepalen van deze verschillende rendementen is hoofdstuk 3.1 van het Besluit rechtsherstel box 3 van overeenkomstige toepassing.
- In afwijking van artikel 24, vijfde lid, onderdeel b, Bvdb 2001 wordt het noemerinkomen bepaald als: het belastbare inkomen uit sparen en beleggen na toepassing van het Besluit rechtsherstel box 3.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 augustus 2022
Bron: Besluit van 29 juli 2022, nr. 2022-199150, Ministerie van Financien, Stcrt. 2022, 20318
Geef een reactie