De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs geeft een commentaar op het initiatiefwetsvoorstel over het vervangen van het box 2-tarief door een progressief tarief.
Dit wetsvoorstel wil het globale evenwicht, dat bij de invoering van het boxenstelsel in 2001 beoogd werd, herstellen. Daartoe wordt een verlaging van het basistarief in box 2 van 26,9% naar 26% voorgesteld. Dit tarief van 26% gaat gelden voor inkomsten uit aanmerkelijk belang tot circa € 60.000. Daarnaast wordt een tweede schijf geïntroduceerd voor alle box 2-inkomsten boven € 60.000, met een tarief van 40,59%. In combinatie met de thans geldende vennootschapsbelastingtarieven sluiten deze tarieven aan op de tarieven in box 1 van 37,07% en 49,50%. De NOB plaatst enkele kanttekeningen bij dit voorstel en vergelijkt diverse alternatieven.
De volgende alternatieven zijn vergeleken.
Alternatief A:
De huidige situatie zoals die zal gelden van 1 januari 2023. Dit houdt in een Vpb-opstaptarief van 15% tot een winst van € 200.000.
Alternatief B:
Het initiatiefwetsvoorstel.
Alternatief C:
Eén vast Vpb-tarief van 25,8% met een laag en hoog box 2-tarief dat leidt tot een gelijke gecombineerde belastingdruk als van toepassing is op box 1-inkomen.
Alternatief D:
Als alternatief C, echter hierbij wordt een gelijke belastingdruk met de IB-ondernemer in box 1 nagestreefd.
Omdat het initiatiefwetsvoorstel er vanuit gaat dat de winst met uitsluitend het opstaptarief van 15% wordt belast, worden winsten die tegen het reguliere Vpb-tarief van 25,8% worden belast, geconfronteerd met een gecombineerd effectief tarief van 55,92%. Dit is ruim 6 procentpunten meer dan het toptarief van 49,50% dat geldt voor box 1-inkomen.
Als het Vpb-opstaptarief van 15% zou worden afgeschaft, dan wordt een globaal evenwicht met box 1-inkomen gerealiseerd bij een laag box 2-tarief van 15,19% dat van toepassing is tot € 51.494 en een hoog tarief in box 2 van 31,94% (alternatief C).
Als een min of meer gelijke belastingdruk met de IB-ondernemer wordt nagestreefd, en er dus een discount op het IB-tarief in de eerste en tweede schijf wordt toegepast van 5,19% (dat is 14% mkb-winstvrijstelling vermenigvuldigd met het tarief van 37,07% uit de eerste schijf van box 1), dan bedraagt het lage box 2-tarief 8,19% en het hoge tarief 24,95% (alternatief D).
Bron: NOB, 9 augustus 2022
Masterclass Vermogen in box 1, 2 en 3: de afwegingen
In deze masterclass neemt docent drs. Jeroen Knol u mee door alle wijzigingen van de afgelopen jaren waarbij hij uw dagelijkse praktijk als uitgangspunt neemt.
Geef een reactie