A-G Niessen is van oordeel dat het oordeel van het hof overeenkomt met de rechtspraak van de Hoge Raad. Er is voor wat betreft box 3-heffing geen sprake van een individuele en buitensporige last. Er hoeft geen rechtsherstel te worden verleend.
Aan een man en zijn partner waren aanslagen inkomstenbelasting opgelegd vanwege box 3-inkomsten over de jaren 2015 tot en met 2018. Beiden maakten bezwaar tegen de aanslagen. In beroep en hoger beroep was in geschil of voor de man en zijn partner de belastingheffing over het inkomen uit sparen en beleggen geoorloofd was. Het hof heeft geoordeeld dat de box 3-heffing geen individuele en buitensporige last was voor de man en zijn partner, gezien hun financiële situatie.
Advies A-G: cassatieberoep ongegrond verklaren
De man is in cassatie gegaan. Voor zover de man klaagt over de aanslagen 2015 tot en met 2018 zijn de oordelen van het hof volgens A-G Niesen in overeenstemming met de voor die jaren gewezen rechtspraak van de Hoge Raad. Hij adviseert de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond te verklaren met toepassing van art. 81 Wet RO.
Moet feitenrechter rekening houden met nuancering uit arrest van 20 mei 2022?
Ten overvloede gaat de A-G nog in op de vraag of en wanneer de feitenrechter rekening moet houden met de nuancering uit het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:718. Die nuancering houdt in dat de feitenrechter de gevolgen van de collectieve uitspraak op bezwaar in zijn oordeel kan betrekken bij de behandeling van het (hoger) beroep dat betrekking heeft op het individuele bezwaar (individuele en buitensporige last). De A-G leidt uit de systematiek van de Awb af dat de collectieve uitspraak onderdeel uitmaakt van de behandeling van het (hoger) beroep. De feitenrechter kan de gevolgen van de collectieve uitspraak op bezwaar dus nog tot en met het doen van zijn uitspraak meenemen in zijn beoordeling. Verder concludeert de A-G dat de feitenrechter bij het doen van zijn uitspraak is gehouden om rekening te houden met de overwegingen uit voornoemd arrest van 20 mei 2022.
Wet: art. 5.1 en 5.2 Wet IB
Geef een reactie