Mr. Richard Bierlaagh en Matthew van Zijl MSc leggen in hun Tax Talks e-learning uit wanneer omkering en verzwaring van de bewijslast aan de orde is en hoe daartegen in bezwaar te gaan.
De normale verdeling van de bewijslast in een fiscaal geschil is in beginsel versimpeld samen te vatten in de stelling ‘wie stelt, bewijst’. Dat betekent dat de belastingplichtige die een kostenpost of andere belasting verlagende omstandigheid aanvoert, dat aannemelijk moet maken. De inspecteur draagt juist de bewijslast als hij een hogere belasting bepleit. Overigens is het niet nodig lukraak met bewijslast aan te komen zetten. De tegenpartij zal eerst de desbetreffende stelling (gemotiveerd) moeten betwisten. Bij fiscale geschillen geldt het principe van de vrije bewijsleer. Dat houdt in dat de partijen in beginsel vrij zijn in het leveren van bewijs. De wet vereist bijvoorbeeld geen minimum aantal stukken.
Omkering en verzwaring van de bewijslast
Als een belastingplichtige de vereiste aangifte niet heeft gedaan of niet heeft voldaan aan een onherroepelijk geworden informatiebeschikking, krijgt hij te maken met de zogeheten omkering van de bewijslast. Deze omkering gaat bovendien gepaard met een verzwaring. In dat geval zal de belastingplichtige zelfs overtuigend moeten aantonen dat zijn stelling klopt. Stel bijvoorbeeld dat een ondernemer zelfs na diverse aanmaningen geen aangifte inkomstenbelasting indient. De inspecteur zal dan zelf een schatting maken van de belastbare winst. Het is dan aan de ondernemer om overtuigend aan te tonen dat die winst te hoog is vastgesteld. Bierlaagh en Van Zijl benadrukken echter dat zelfs bij omkering van de bewijslast de inspecteur een redelijke schatting moet maken. Dat neemt niet weg dat in zo’n geval de bewijslast voor de Belastingdienst lichter is dan voor de ondernemer.
Gedeeltelijke omkering van de bewijslast
Bierlaagh en Van Zijl gaan ook in op de mate waarin sprake is van omkering (en verzwaring) van de bewijslast. Heeft de belastingplichtige de vereiste aangifte niet gedaan als gevolg van een materieel of formeel gebrek in de aangifte? Dan geldt de omkering van de bewijslast in principe voor de gehele belastingaanslag. Maar bij het niet voldoen aan de administratieplicht geldt de omkering van de bewijslast alleen voor de standpunten die in geschil zijn. Bij deze partiële omkering van de bewijslast hoeft de belastingplichtige alleen de punten waarover discussie bestaat overtuigend te onderbouwen.
Verzet tegen omkering van de bewijslast
Eventueel kunnen belanghebbenden de omkering van de bewijslast aanvechten, zo stellen Bierlaagh en van Zijl. Is de omkering van de bewijslast gebaseerd op het niet voldoen van een informatiebeschikking? Dan is de eerste stap de betwisting dat die informatiebeschikking onherroepelijk is geworden. Maar zelfs als een informatiebeschikking onherroepelijk is komen vast te staan, blijft de omkering van bewijslast achterwege als sprake is van overmacht. Ook is het mogelijk dat geconstateerde gebreken in de administratie van zo weinig gewicht zijn dat zij omkering en verzwaring van de bewijslast niet rechtvaardigen. Vloeit de omkering van de bewijslast voort uit het verzaken van de aangifteplicht? Dan is het misschien mogelijk om aan te tonen dat geen sprake is van een materieel gebrek. Zonder materieel gebrek mag geen omkering van de bewijslast plaatsvinden. Hetzelfde geldt als sprake is van een pleitbaar standpunt.
Wet: art. 25, derde lid, 27e en 52a AWR
Méér weten?
Tax Talks is hét online learning platform voor fiscalisten. 30 keer per jaar wordt een webinar of e-learning beschikbaar gesteld die u via het online platform kunt bekijken. Na het afronden van de bijbehorende kennistoets ontvangt u een certificaat en PE-punten. Bent u nog geen abonnee? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 95.
Geef een reactie