Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een ingediende digitale aangifte met elektronische handtekeningen van beide fiscaal partners rechtsgeldig is ingediend. Ook als een van de partners meent dat de andere partner onbevoegd gebruik heeft gemaakt van de DigiD van eerstgenoemde partner.
Een vrouw scheidde in 2016 van haar man. Gedurende het jaar 2018 stond de vrouw samen met haar ex-echtgenoot en kinderen nog in de basisregistratie personen ingeschreven op het adres van de voormalige echtelijke woning. De vrouw en haar ex-echtgenoot waren gezamenlijk, ieder voor de onverdeelde helft, eigenaar van die woning. Op 26 maart 2019 diende de vrouw elektronisch een aangifte in en claimt aftrek van hypotheekrente. Op 21 april 2019 wordt door of namens de vrouw een herziene aangifte inkomstenbelasting ingediend. Hierin was sprake van fiscaal partnerschap met de ex-echtgenoot. In deze aangifte wordt de hypotheekrente volledig aan die ex-echtgenoot toegerekend. Vervolgens dient de vrouw in juli 2019 een herziene aangifte op papier in waarin zij weer zelf renteaftrek claimt. De inspecteur legt een aanslag op gebaseerd op de aangifte van 21 april 2019.
Terechte afwijzing verzoek ambtshalve vermindering?
Bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de inspecteur terecht het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag heeft afgewezen.
Gevolgen onbevoegd gebruik DigiD
Volgens de vrouw heeft haar ex-echtgenoot de aangifte van 21 april 2019 zonder haar toestemming en medeweten ingediend. Zij heeft niet ingestemd met de door de ex-echtgenoot gemaakte verdeling van de hypotheekrenteaftrek. Van belang is volgens de rechtbank dat alleen beide fiscale partners een gemaakte verdeling van gezamenlijke posten kunnen wijzigen zolang de aanslagen van beiden nog niet onherroepelijk vaststaan. De herziene aangifte van 21 april 2019 is ingediend met digitale handtekeningen van beide fiscale partners. Op die basis is ook aan de ex-echtgenoot een aanslag opgelegd. De rechtbank is het niet eens met de vrouw dat de ondertekening van de aangifte door DigiD ongeldig is. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de vrouw om ervoor te zorgen dat er geen onbevoegd gebruik van haar DigiD kan worden gemaakt.
Wet: art. 2.17 lid 4, art. 9.6 Wet IB, en art. 45aa Uitv reg IB 2001
Geef een reactie