Bij toepassing van de 180-dagenregeling mag men schenkbelasting verrekenen met erfbelasting. In het geval van meerdere schenkingen, die niet allemaal in de 180-dagenperiode vallen, moet men de schenkingsvrijstelling naar evenredigheid verdelen.
Als een erflater binnen 180 dagen na een schenking overlijdt en dan in Nederland woont, treedt de 180-dagenregeling in werking. Dat betekent dat het geschonken bedrag wordt geacht te zijn verkregen uit erfrecht. Daarmee is het bedrag belast met erfbelasting. Maar de begunstigde mag wel de schenkbelasting verrekenen met de erfbelasting. Daarbij treedt een complicatie op als de begunstigde in hetzelfde kalenderjaar, maar vóór 180 dagen vóór het overlijden ook een schenking heeft ontvangen van de erflater. Men moet immers schenkingen van dezelfde schenker in hetzelfde jaar bij elkaar optellen en dan pas de schenkbelasting berekenen. Ook schenkingen van echtgenoten moet men bij elkaar optellen. In bepaalde gevallen kan de vraag ontstaan welk deel van de schenkbelasting ziet op de schenking die onder de 180-dagenregeling valt.
Toedeling schenkingsvrijstelling
Zo had in een zaak voor Rechtbank Noord-Holland een man op 1 januari 2019 een schenking van € 5.363 ontvangen van zijn vader. Op 15 december 2019 schonk zijn vader hem een bedrag van € 124.726. Over deze schenkingen was de zoon in totaal € 12.465 aan schenkbelasting verschuldigd. Maar toen zijn vader op 4 februari 2020 overleed, bestempelde de Belastingdienst de schenking van € 124.726 als erfrechtelijke verkrijging. Volgens de zoon was de volledige schenkbelasting van € 12.465 te verrekenen met de erfbelasting. Hij meende namelijk dat men de vrijstelling van schenkbelasting zoveel mogelijk moest toerekenen aan de eerste schenking. Maar de inspecteur rekende € 124.726 / (€ 5.363 + € 124.726) = 95% van de vrijstelling toe aan de tweede schenking. De rechtbank bevestigt deze verdeling naar evenredigheid. Dat blijkt ook uit eerdere rechtspraak. Zie NTFR 2020/980 en ‘Vrijstelling erfbelasting beperkt verrekenen schenkbelasting’.
Wet: art. 12, eerste lid, 28 en 33 SW
Verdiepingscursus aangifte erfbelasting
Adviseren en aangifte doen liggen dicht bij elkaar. U adviseert regelmatig bij het afwikkelen van nalatenschappen en wordt vervolgens ook ingeschakeld bij het opstellen van de aangifte. Veel voorkomende vragen zijn wanneer er sprake is van een fictieve verkrijging en hoe de langstlevende optimaal gebruik kan maken van het vruchtgebruiktestament. Ook komt aan de orde op welke vrijstellingen de verkrijgers een beroep kunnen doen.
Geef een reactie