In verband met een overgangsperiode (die met ingang van 1 januari 2023 in werking treedt) van een nog niet vastgestelde Europese verordening moeten bij inwerkingtreding van die verordening twee punten al operationeel zijn. Daartoe wordt de Wet milieubeheer gewijzigd.
De bevoegde autoriteit moet worden aangewezen en de bevoegde autoriteit moet een sanctionerende bevoegdheid krijgen om het aanleveren van het zogenoemde CBAM-rapport te kunnen afdwingen. CBAM staat voor het Carbon Border Adjustment Mechanism. Met dit wetsvoorstel wordt de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) aangewezen als bevoegde autoriteit. Ook voorziet het in de bevoegdheid voor de NEa om met een last onder dwangsom aangevers van goederen alsnog te bewegen de noodzakelijke CBAM-rapportage aan te leveren of een bestuurlijke boete op te leggen indien wordt nagelaten die rapportage aan te leveren.
Het wetsvoorstel voorziet enkel in de bepalingen die nodig zijn gedurende de overgangsperiode van de verordening. De overgangsperiode loopt naar verwachting van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025. Op een later moment volgt indien nodig een wetsvoorstel waarmee ook de bepalingen die naar verwachting in 2026 in werking treden ten uitvoer kunnen worden gebracht.
De verordening
Met de Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van [#] tot vaststelling van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (hierna: de verordening) (PbEU [#]) wordt een correctiemechanisme voor de in het buitenland betaalde koolstofprijs over invoer van bepaalde goederen aan de buitengrens van de Europese Unie geïntroduceerd.
De impact van de verordening is gedurende de overgangsperiode naar verwachting beperkt. Tegelijk is onmiskenbaar dat er nog onzekerheid is over de definitieve vorm van de verordening en het moment van inwerkingtreding. Het wetsvoorstel bevat desalniettemin concrete voorstellen om tijdig te kunnen anticiperen op de inwerkingtreding van de overgangsperiode van de verordening met ingang van naar verwachting 1 januari 2023.
Geef een reactie