In geschil is of de eerste en tweede verdieping van het (voormalige) kantorencomplex en de daarbij behorende 91 parkeerplaatsen in de parkeerkelder (de onroerende zaak) op de verkrijgingsdatum 18 april 2019 als woning in de zin van artikel 14, tweede lid, van de Wet op de belastingen van rechtsverkeer 1970 (Wbr) kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt dat de onroerende zaak op het momen…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:9671&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie