Dit wetsvoorstel voorziet in de implementatie van de Richtlijn betalingsdienstaanbieders. Het doel van dit voorstel is het opsporen van btw-fraude.
De bestrijding van btw-fraude bij elektronische handel wordt verbeterd door de informatie-uitwisseling tussen belastingdiensten en betalingsdienstaanbieders te versterken. Bij elektronische handel vormt de
betaling vaak het meest concrete aanknopingspunt voor de Belastingdienst.
Uitbreiding van de ’toolbox’ van de Belastingdienst
De toenemende omvang van elektronische handel maakt de uitdaging voor belastingdiensten steeds groter om te kunnen controleren of voldaan wordt aan de btw-verplichtingen. Dit wetsvoorstel breidt daarom de controlemogelijkheden op het afdragen van btw uit, door gebruik te maken van betalingsgegevens van grensoverschrijdende betalingen. Het gaat hierbij om betalingen door een consument aan een verkoper in een andere lidstaat of buiten de Unie.
De belangrijkste onderdelen zijn de verplichting van betalingsdienstaanbieders tot het verstrekken van deze betalingsgegevens aan de belastingdiensten en het op EU-niveau analyseren van deze gegevens door fraude-experts. De Europese Commissie ontwikkelt een centraal Europees systeem voor het verzamelen en uitwisselen van betaalgegevens van en door de lidstaten van de Unie (Central Electronic System of Payment Information (CESOP). Fraude-experts van de lidstaten analyseren deze verzamelde betalingsgegevens.
Registratieplicht voor betalingsdienstaanbieders
In situaties waarin de betaler zich in een lidstaat bevindt en de begunstigde in een andere lidstaat, in een derdelandsgebied of in een derde land, krijgen óf de betalingsdienstaanbieder van de betaler (de consument) óf de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde (de verkoper) een registratieplicht. Het gaat dus om grensoverschrijdende betalingen waarbij de betaler zich steeds in Unie bevindt.
Deze registratieplicht betekent dat betalingsdienstaanbieders voldoende nauwkeurige registers houden van grensoverschrijdende betalingen die zij voor elk kalenderkwartaal verlenen. Vervolgens dienen zij deze registers te verstrekken aan de belastingdiensten van de betreffende lidstaten. De belastingdiensten van de lidstaten zorgen ervoor dat deze betalingsinformatie bij het CESOP wordt aangeleverd. Daarnaast moeten de betalingsdienstaanbieders deze registers in elektronische vorm drie kalenderjaren opslaan. Hierdoor hebben de belastingdiensten van de lidstaten voldoende tijd om fraudeonderzoek te doen.
Verzamelen van betaalgegevens
De meeste onlineaankopen van consumenten in de Unie worden gedaan met betalingen uitgevoerd door betalingsdienstaanbieders. Dit kunnen klassieke banken en creditcardmaatschappijen zijn, maar ook bedrijven die fungeren als intermediair voor online en mobiele betalingen tussen personen en bedrijven onderling. Om te kunnen controleren of voldaan is aan de btw-verplichtingen is het nodig dat betalingsdienstaanbieders de betaalinformatie aan de belastingdiensten verstrekken. De betalingsdienstaanbieders kunnen de locatie van de begunstigde en de betaler vaststellen in verband met betalingsdiensten die zij verrichten. Zo kan gebruik worden gemaakt van het identificatienummer van de betaalrekening van de betaler of begunstigde, of in sommige gevallen de bedrijfsidentificatiecodes van de betalingsdienstaanbieder zelf.
Betalingsdienstaanbieders worden verplicht de betaalinformatie aan de Belastingdienst te verstrekken vanaf een drempel van betalingen aan dezelfde begunstigde per kwartaal. Deze drempel is bedoeld om privé (niet-commerciële) grensoverschrijdende betalingen buiten de registratieplicht voor betalingsdienstaanbieders te houden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt maken tussen de betalingen die zijn ontvangen van consumenten of van ondernemers. In CESOP worden deze betalingen geanalyseerd.
Invoering per 1 januari 2024
In de uitvoeringstoets bij het wetsvoorstel is aangegeven dat een toekomstbestendige implementatie van dit wetsvoorstel niet haalbaar is binnen de gestelde termijn van 1 januari 2024. Om te kunnen voldoen aan de Europese verplichtingen is door de Belastingdienst een alternatief en tijdelijk scenario ontwikkeld, dat is aangeduid als plateau 1. In de daaropvolgende fase, aangeduid als plateau 2, wordt de tijdelijke voorziening omgezet in de toekomstbestendige oplossing. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het nieuwe technische platform dat momenteel wordt ontworpen en gerealiseerd bij het onderdeel van de Belastingdienst dat omvangrijke data ontvangt en verstrekt. De omzetting zal in elk geval niet voor het jaar 2025 plaatsvinden. Als het nieuwe gegevensplatform is gerealiseerd wordt eerst daarmee ervaring opgedaan, onder andere aan de hand van de implementatie van de DAC7-richtlijn.
Geef een reactie