Gehuwden of geregistreerde partners zijn ook fiscaal partners van elkaar, ongeacht of ze op hetzelfde adres wonen of niet. Pas wanneer een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is ingediend en de voormalige partners niet meer op hetzelfde woonadres staan ingeschreven is niet langer sprake van fiscaal partnerschap.
Een man en zijn echtgenoot zijn in Las Vegas gehuwd. Zij wonen ieder in een eigen woning. De man heeft zijn aangifte inkomstenbelasting ingediend alsof hij alleenstaand is. Bij de aanslagregeling is de Belastingdienst afgeweken van de aangifte. De Belastingdienst heeft de man en zijn echtgenoot als fiscaal partners aangemerkt. Dat heeft negatieve gevolgen voor de belastbare inkomsten uit eigen woning en de uitgaven voor specifieke zorgkosten. De Belastingdienst heeft de woning van de echtgenoot als hoofdverblijf in aanmerking genomen, omdat de aangifte van de partner als eerste bij de Belastingdienst is binnengekomen.
Het geschil
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de man en zijn echtgenoot fiscaal partner zijn.
Fiscaal partnerschap volgt uit de wet
De rechtbank constateert dat de man en zijn partner zijn gehuwd. Er is geen verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank ingediend of een verzoek tot scheiding van tafel en bed. De man en zijn echtgenoot zijn fiscaal partner van elkaar. De wettelijke bepalingen laten dan in de situatie van de man geen andere uitleg toe. De rechtbank verklaart het beroep van de man toch gegrond, omdat de inspecteur de drempel voor de aftrek van specifieke zorgkosten niet goed heeft berekend.
Wet: art. 5a AWR en art. 1.2 Wet IB
Geef een reactie