Het eenmalig gebruik in Nederland van een auto met een buitenlands kenteken rechtvaardigt niet het naheffen van motorrijtuigenbelasting.
Op 8 februari 2017 wordt geconstateerd dat een man een Volkswagen Golf met Duits kenteken bestuurt op de openbare weg in Venlo. Voor de auto is geen motorrijtuigenbelasting in Nederland betaald. De inspecteur legt de man een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting op van € 1.488 en een boete voor hetzelfde bedrag. Hiertegen tekent de man vervolgens bezwaar en beroep aan. Hij stelt enkele maanden in 2014 eigenaar van de Volkswagen Golf te zijn geweest. Maar op 8 februari 2017 is een van zijn werknemers de eigenaar van die auto. Deze werknemer woont in Duitsland. De man stelt de auto alleen uit Duitsland te hebben opgehaald om naar een Nederlandse garage te brengen. Toen de eigenaar de kosten te hoog vond, heeft hij de auto verkocht aan een Poolse koper.
Bestuurder betaalt autokosten niet
Hof Den Bosch oordeelt dat de man al met al aannemelijk heeft gemaakt dat de auto hem afgezien van het eenmalige gebruik op 8 februari 2017 niet feitelijk ter beschikking heeft gestaan. Het hof hecht daarbij in het bijzonder belang aan het feit dat de eigenaar van de auto de lasten van de auto heeft voldaan. Er zijn evenmin aanwijzingen dat de man deze voor zijn rekening heeft genomen. Het hof heeft ook geen reden te twijfelen aan de verklaringen van de eigenaar en de garage-eigenaar. Dat de garage-eigenaar de garage samen drijft met de broer van de man, maakt zijn verklaring niet ongeloofwaardig. Omdat sprake is van eenmalig gebruik, zijn de naheffingsaanslag en de boete ten onrechte opgelegd.
Wet: art. 34 MRB
Geef een reactie