De staatssecretaris van Financiën heeft in een bijzondere situatie met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat een belastingplichtige aanspraak kan maken op de IACK.
Situatie
Een belastingplichtige heeft een kind jonger dan 12 jaar. Naar maatschappelijke opvattingen is belastingplichtige een alleenstaande ouder. Fiscaal bezien heeft belastingplichtige echter wel een fiscaal partner. Op het adres waar belastingplichtige woont staat namelijk ook haar ouder (hierna: de groot(ouder)) ingeschreven en tussen beiden is geen schriftelijke huurovereenkomst gesloten.
De (groot)ouder is gediagnosticeerd met een ernstige ziekte. De (groot)ouder heeft geen arbeidsinkomen en claimt derhalve ook geen inkomensafhankelijk combinatiekorting. Het is niet aannemelijk dat de (groot)ouder zorg kan dragen voor zijn kleinkind. De belastingplichtige combineert dus werk en zorg voor het kind. Bovendien draagt de belastingplichtige ook zorg voor de (groot)ouder. Voor de jaren vanaf 2019 is de vraag of belastingplichtige aanspraak kan maken op de IACK. Hoewel belastingplichtige volledig beantwoordt aan het doel van de IACK, staat buiten twijfel dat belastingplichtige naar de letter van de wet geen recht heeft op de IACK.
In 2019, 2020 en een deel van 2021 woont belastingplichtige op hetzelfde adres als de (groot)ouder. In de loop van 2021 wordt de (groot)ouder echter vanwege de ernstige ziekte opgenomen in een verzorgingstehuis. Het gaat om een tijdelijke opname. Om deze reden kan de (groot)ouder nog niet uitgeschreven worden van het adres waar belastingplichtige woont.
Goedkeuring
De staatssecretaris van Financiën heeft in deze bijzondere situatie met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat belastingplichtige aanspraak kan maken op de IACK. De IACK is bedoeld voor ouders die arbeid en zorg voor kinderen combineren. De wet stelt hierbij een aantal formele eisen zodat objectief is vast te stellen of daar sprake van is. Dit betekent ook dat er situaties zijn waarin mensen geen recht op de korting hebben terwijl ze wel arbeid en zorg combineren. Dat is op zich een logisch gevolg, waardoor een beroep op de hardheidsclausule niet snel zal slagen. Maar de situatie van de belastingplichtige in dit geval is zo specifiek dat de staatsecretaris daarin aanleiding ziet om een goedkeuring te verlenen. Hierbij acht de staatsecretaris het van belang dat het fiscale partnerschap ontstaat door het verlenen van mantelzorg, dat evident is dat belastingplichtige arbeid en zorg combineert, dat de (groot)ouder door gebrek aan arbeidsinkomen geen aanspraak kan maken op de IACK en dat gezien de aard van de ziekte niet redelijkerwijs verwacht kan worden dat de (groot)ouder enige zorg draagt voor het kleinkind.
Geef een reactie