De uitspraak van het CBb over het onterecht afwijzen van de TVL-regeling voor een startende ondernemer in Q4 2020 leidt niet tot een herziening van eerdere besluiten. Dit schrijft minister Adriaansens in antwoord op Kamervragen.
Het CBb heeft in meerdere uitspraken oog gehad voor het belang van de uitvoering, maar woog in de uitspraak van september 2022 het belang van de ondernemer zwaarder dan het belang van de (on)mogelijkheden van de uitvoering schrijft de minister.
De uitspraak van het CBb verplicht niet tot het herzien van eerder genomen besluiten op aanvragen en beslissingen op bezwaar. Het is niet mogelijk om onverplicht met terugwerkende kracht deze beschikkingen te herzien of TVL Q4 2020 opnieuw open te stellen voor ondernemingen. Dit omdat met het aflopen van de Tijdelijke Kaderregeling, waar de TVL onder valt, het niet mogelijk is om nog steun te verlenen na 1 juli 2022. Onverplicht herzien betekent namelijk een nieuwe verlening. Dus zowel een hernieuwde openstelling als het herzien van eerdere beschikkingen is niet mogelijk.
De minister wijst in de brief ook op meerdere aanpassingen van de TVL-regeling. Tot dusver wordt op ongeveer 3% van de TVL-besluiten (verlening en vaststelling) bezwaar aangetekend.
Geef een reactie