Als een dga zijn aandelen als zekerheid stelt, heeft hij daarmee nog niet meteen de economische eigendom van deze aandelen overgedragen. Hij blijft dus een aanmerkelijk belang houden.
Sinds de oprichting van een beheer-Limited (beheer-Ltd) is een vrouw de enig aandeelhouder en bestuurder van die vennootschap. De beheer-Ltd is enig aandeelhouder en bestuurder van een andere Ltd. Deze Ltd. is de beherend vennoot van een commanditaire vennootschap (cv) met een andere vennootschap, terwijl de vrouw een gevolmachtigde van de cv is. Wanneer de vrouw geld leent, sluit zij met haar schuldeiser en de beheer-Ltd een pledge overeenkomst. Daarmee verkrijgt de schuldeiser het recht op dividenden van de beheer-Ltd. De echtgenoot van de vrouw is enig aandeelhouder en bestuurder van een holding. Deze holding heeft alle aandelen in een bv gekocht. De Belastingdienst stelt dat de vrouw en haar echtgenoot een aanmerkelijk belang houden (ab) in de Ltd. en de bv. Omdat de echtgenoten bedragen onttrekken aan de Ltd en de bv en werkzaamheden verrichten voor de bv, is sprake van inkomen uit ab en van gebruikelijk loon.
Sprake van (indirect) aanmerkelijk belang
Maar het echtpaar betwist deze stellingen van de inspecteur. Volgens de vrouw is door de pledge overeenkomst de economische eigendom bij de schuldeiser beland. Daarnaast stelt haar echtgenoot dat de aandelen van de bv niet rechtsgeldig zijn overgedragen aan zijn holding. Gerechtshof Den Haag gaat niet mee met deze stellingen. Ten eerste is de pledge overeenkomst aangegaan om zekerheid te stellen en niet om de economische eigendom van de beheer-Ltd. over te dragen. De vrouw is dus juridisch en economisch eigenaar van de beheer-Ltd. Wat betreft de overdracht van de aandelen in de bv merkt het hof het volgende op. De partijen hebben in ieder geval gedaan alsof de overdracht rechtsgeldig was, ook naar buiten toe. De man maakt evenmin aannemelijk dat hij niet de indirecte grootaandeelhouder van de bv is.
Wet: art. 4.6 Wet IB 2001
Bronnen: Gerechtshof Den Haag 8 november 2022 (gepubliceerd 14 december 2022), ECLI:NL:GHDHA:2022:2329, BK-22/00072 tot en met BK-22/00075 en Gerechtshof Den Haag 8 december 2022 (gepubliceerd 14 november 2022), ECLI:NL:GHDHA:2022:2330, BK-21/01029 tot en met BK-21/01032
Geef een reactie