De staatssecretaris van Financiën heeft een geactualiseerd Kaderbesluit bpm gepubliceerd.
In dit besluit is de definitie van een nieuw motorrijtuig komen te vervallen door de opname van de definitie van een gebruikt motorrijtuig in de Uitvoeringsregeling bpm. Verder is in dit besluit in onderdeel 3.1 (nieuw) vooruitlopend op wetgeving een goedkeuring opgenomen om de (toepassing van de) wet in lijn te brengen met de uitleg van het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2022.
3.1 Uitbreiding toepassing artikel 16a wet bpm voor inschrijvingen vanaf 1 januari 2022
Artikel 16a van de wet bepaalt dat in geval van een tariefswijziging, voor een nieuw motorrijtuig dat op dat moment is ingeschreven of heringeschreven, het nieuwe tarief geldt wanneer de eerste tenaamstelling van het motorrijtuig twee maanden of later plaatsvindt na het tijdstip waarop de tariefswijziging in werking treedt. Vindt de eerste tenaamstelling binnen twee maanden plaats na die tariefswijziging, dan wordt (het doorgaans gunstigere) oude tarief gehanteerd bij de berekening van de verschuldigde belasting.
In zijn arrest van 3 juni 2022 oordeelt de Hoge Raad dat de overgangsbepaling van artikel 16a van de wet geen discriminerende elementen bevat, mits de regeling zo wordt uitgelegd dat nieuwe motorrijtuigen die voorafgaand aan de tariefswijziging waren ingeschreven in het kentekenregister van een andere lidstaat van de Europese Unie, ook in aanmerking komen voor toepassing.
Goedkeuring
De staatssecretaris keurt vooruitlopend op wetgeving goed dat voor de toepassing van artikel 16a onder ‘inschrijving’ zoals opgenomen in dat artikel, ook wordt verstaan de inschrijving van een nieuw motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Unie.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
Bron: Besluit van 12 december 2022, nr. 2022-264440, ministerie van Financien, Stcrt. 2022, 32333
Geef een reactie