In een kwart van de gemeenten gaan de woonlasten volgend jaar met € 50 of meer omhoog. De aanslag die een huiseigenaar in 2023 van zijn gemeente ontvangt bedraagt gemiddeld € 887. Dit blijkt uit de jaarlijkse steekproef van Vereniging Eigen Huis onder 107 van de 344 gemeenten.
Meerpersoonshuishoudens betalen volgend jaar gemiddeld € 30 meer aan gemeentelijke woonlasten, die bestaan uit onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffen- en rioolheffing. Dat is een stijging van 3,6% ten opzichte van dit jaar. Koploper in de steekproef is de gemeente Teylingen met een lastenstijging van gemiddeld € 167 per huiseigenaar, gevolgd door Bodegraven-Reeuwijk (+ € 140) en Den Haag (+ € 130). Hekkensluiter is Doetinchem, waar de gemiddelde aanslag van de woonlasten juist € 83 lager uitvalt.
Ozb uitschieters
De gemeente Medemblik is in de steekproef koploper met een ozb-stijging van gemiddeld € 117, een verhoging van 38%. Opvallend is de forse ozb-verhoging van 22% in Den Haag ten opzichte van afgelopen jaar, toen die beperkt bleef tot een bescheiden 2,5%. Volgend jaar betalen huiseigenaren gemiddeld € 33 meer aan de gemeente, maar ook dan ligt de ozb in Den Haag met € 184 nog ruim onder het landelijk gemiddelde van € 337.
Ozb stijgt landelijk gematigd met 4,1%
De onroerendezaakbelasting (ozb) neemt volgend jaar met 4,1% toe. Gezien de gemiddelde WOZ-waardestijging van woningen met 14,9% en de hoge inflatie lijkt deze belastingverhoging mee te vallen. Veel gemeenten compenseren de waardestijging dan ook met een relatief lager ozb-tarief. Dat is niet het geval voor huiseigenaren in een achttal gemeenten uit de steekproef waar de ozb volgend jaar met meer dan 15% omhoog gaat.
Lagere ozb in 25 gemeenten
In 25 van 107 gemeenten gaat de ozb volgend jaar omlaag. Het meest in Venlo, waar huiseigenaren gemiddeld € 46 minder belasting betalen (van € 386 naar € 340; een daling van bijna 12%).
Bijlage: Steekproef 107 gemeenten
Bron: VEH, 20 december 2022
Geef een reactie