Minister Kaag ziet voldoende grondslag om de informatielevering aan bevoegde autoriteiten spoedig te herstellen. Deze autoriteiten worden daarom zo snel mogelijk opnieuw aangesloten op het UBO-register. Voor Wwft-instellingen en het brede publiek is dit complexer. Dit schrijft de minister in antwoord op Kamervragen over de uitspraak van het EHvJ over het UBO-register.
Het Hof stelt vast dat de Europese wetgever met de anti-witwasrichtlijn een doelstelling van algemeen belang nastreeft die zelfs een ernstige inmenging in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende grondrechten, namelijk eerbiediging van het privéleven en bescherming van persoonsgegevens, kan rechtvaardigen, en dat de toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijk begunstigden kan bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstelling. Echter, het Hof concludeert kort gezegd dat de bepaling in de Europese anti-witwasrichtlijn, die regelt dat lidstaten moeten zorgen dat een ieder van het algemeen publiek toegang moet krijgen tot UBO-informatie, onvoldoende onderbouwd en daarmee ongeldig is.
Legitiem belang
Het gevolg van de uitspraak is dat de verplichting voor lidstaten om het UBO-register voor het brede publiek toegankelijk te maken, komt te vervallen. Daarmee geldt voor lidstaten enkel nog de verplichting om toegang te geven tot informatie over uiteindelijk begunstigden voor bevoegde autoriteiten, meldingsplichtige instellingen en alle personen of organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen. Het Hof noemt specifiek pers en maatschappelijk organisaties als voorbeeld. Zodra de uitspraak bekend werd, is besloten om het register te sluiten voor informatieverstrekkingen.
Analyse uitspraak
Op dit moment vindt een gezamenlijke juridische analyse plaats door de ministeries van Financiën, Justitie en Veiligheid en Economische Zaken en Klimaat. Onderzocht wordt hoe de uitspraak van het Hof nationale wetgeving raakt. Voor bevoegde autoriteiten ziet de minister voldoende grondslag om de informatielevering spoedig te herstellen. Deze autoriteiten worden daarom zo snel mogelijk opnieuw aangesloten op het register. Voor Wwft-instellingen ligt dit complexer en daar wordt nauwkeurig naar gekeken. Gezien het klantcontactonderzoek en de terugmeldplicht is er groot belang om ook deze instellingen weer aan te sluiten. Wat betreft de derde categorie is het Hof helder. Toegang voor het brede publiek wordt beperkt tot personen of organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen. Nader onderzocht moet worden wat deze term precies behelst. Zodra de analyse verder uitgewerkt is en duidelijk is welke maatregelen genomen zullen worden, zal minister Kaag de Kamer hierover informeren. Bovenstaande laat onverlet dat het register zelf in stand blijft. Ook blijft de verplichting voor juridische entiteiten bestaan om hun uiteindelijk belanghebbenden in het register te registreren.
Op grond van de uitspraak van het Hof kunnen er geen onterechte boetes of taakstraffen zijn opgelegd. Handhaving richt zich op de registratie. Ten aanzien van de registratieplicht wordt enkel risicogebaseerd gehandhaafd en dit blijft tot nader order het geval.
Geef een reactie