Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een inwoner van het noordelijk deel van Cyprus recht heeft op uitbetaling van de algemene heffingskorting. De inwoner voldoet aan de voorwaarden voor kwalificerend buitenlands belastingplichtige.
Een vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit en is gehuwd. Ze woont in het noorden van Cyprus. Voor 2016 en 2017 geeft de vrouw in haar aangiften aan in aanmerking te komen voor uitbetaling van de algemene heffingskorting. De inspecteur wijst dat af.
Het geschil
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de vrouw een kwalificerend buitenland belastingplichtige (kbb’er) is of niet. Alleen als de vrouw een kbb’er is, heeft zij recht op uitbetaling van het belastingdeel van de algemene heffingskorting. De vrouw en haar echtgenoot zijn namelijk niet premieplichtig in Nederland en daarom heeft ze alleen recht op het belastingdeel van de heffingskortingen.
Grondgebied waar de vrouw woont is onderdeel van de EU
Volgens de inspecteur is het gebied waar de vrouw woonde geen lidstaat van de EU. De rechtbank stelt vast dat Cyprus sinds 2014 tot de EU is toegetreden. Daarbij is geen voorbehoud gemaakt of een beperking aangebracht ten aanzien van de plaats waar de vrouw woont. Het maakt ook niet uit dat het Unierecht niet in heel Cyprus van toepassing is. De rechtbank oordeelt dat de plaats waar de vrouw woont in een EU-lidstaat ligt. Daarmee voldoet de vrouw aan de voorwaarden om als buitenlands kwalificerende belastingplichtige te worden aangemerkt. De vrouw en haar echtgenoot zijn niet premieplichtig in Nederland. Daarom heeft de vrouw alleen recht op uitbetaling van het belastingdeel van de algemene heffingskorting. De rechtbank vermindert daarom ook de aanslagen tot aanslagen waarbij alleen het belastingdeel van de algemene heffingskorting in aanmerking wordt genomen.
Wet: art. 7.8 Wet IB 2001 en art. 11 AWR
Geef een reactie