Rechtbank Gelderland oordeelt dat voor wat betreft de heffing van omzetbelasting een parkeerterrein kwalificeert als een gebouw.
In de desbetreffende zaak heeft een bv enkele percelen verkregen waarop twee (monumentale) boerderijen staan. Naast de ene boerderij ligt een parkeerterrein en een grasstrook. Het parkeerterrein is bestraat met klinkers. Daarnaast is het parkeerterrein voorzien van enig straatmeubilair, zoals lantaarnpalen en stoepranden. Het terrein is eveneens voorzien van afwateringspunten, die zijn aangesloten op de riolering. Tegen de tijd dat de bv de boerderijen, de schuur en het parkeerterrein verkrijgt, zijn deze onroerende zaken meer dan twee jaar geleden voor het eerst in gebruik genomen. Na de kadastrale splitsing van een perceel in meerdere kavels verkoopt de bv deze kavels in ongewijzigde staat aan particulieren. Volgens de bv is hier sprake van een vrijgestelde levering. Maar ten aanzien van een aantal kavels stelt de inspecteur dat de bv een btw-belaste levering van een bouwterrein heeft verricht. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het parkeerterrein een gebouw is.
Ruime uitleg van het begrip ‘bouwwerk’
De rechtbank hanteert een ruime uitleg van het begrip ‘bouwwerk’. Daardoor moet men wegen, parkeerplaatsen, straten, pleinen, trottoirs die zijn vervaardigd met niet-natuurlijke materialen aanmerken als een gebouw. De Belastingdienst wil nog onderscheid maken tussen asfalt en klinkers. Maar de rechtbank vindt niet relevant met welke niet-natuurlijke materialen de bouwwerken zijn vervaardigd. De klinkerbestrating is een constructie van niet-natuurlijke materialen die vast met de grond is verbonden. Daarmee is sprake van een bouwwerk. Het parkeerterrein vormt geen bouwterrein. De levering van het parkeerterrein is dus vrijgesteld van omzetbelasting.
Geef een reactie